Arie Slob: Voorzitter. Gezien de kritiek die de Kamer op 10 december heeft geuit op de hoofdlijnennotitie, had ik gedacht dat de periode tussen 10 december en nu door de regering zou worden gebruikt voor reflectie en een duidelijke aanpassing van het geheel. Uit het antwoord blijkt echter dat het voorstel op een aantal punten iets wordt aangepast, maar dat de hoofdlijnen van de notitie overeind blijven en straks in een wetsvoorstel verwerkt moeten worden.
Los van het feit dat mijn fractie voorstander is van een door de Kroon benoemde burgemeester en dit absoluut geen achterhaalde wijze van benoeming vindt, heb ik in eerste termijn al gezegd dat de dualisering waarmee het lokaal bestuur nu te maken heeft en die nog zoveel losmaakt, het niet wenselijk maakt om nu opnieuw een dergelijke grote verandering door te voeren. Wij voorzien daarbij problemen. Ik constateer dat er wat dat betreft een verschil in taxatie is met de beide bewindslieden.
Dat kan en dat moeten wij respecteren, maar ik constateer ook dat wij afgaan op onze eigen waarnemingen. Op dit moment ligt er nog geen duidelijk onderbouwde analyse van de ontwikkelingen op lokaal niveau. Dat kan ook niet omdat wij pas volgend jaar de evaluatie van de dualisering krijgen. Wat dat betreft moet ik ook constateren dat mevrouw Spies nu een stuk minder krachtig spreekt dan in eerste termijn. De evaluatie zou juist gebruikt moeten worden om met elkaar te beoordelen of het verantwoord is om de plannen in deze vorm en met dit tijdpad door te zetten. Dat gebeurt nu niet. Daarom blijf ik bij mijn opmerkingen in eerste termijn. Er zitten veel risico’s aan. Op het moment dat je twijfelt, moet je het niet doen. Dat is ook in het verkeer een gouden regel.
Mijn conclusie in tweede termijn is dat wij vasthouden aan de door de Kroon benoemde burgemeester. Uiteraard moet je wel kijken naar de positie van de burgemeester, maar dat moet dan binnen het huidige bestel. Als dat niet haalbaar is, willen wij wel verder kijken. Ons eerste alternatief is dan de door de raad gekozen burgemeester. Wil men toch verder gaan, dan zijn een aantal aanpassingen nodig.
Een van die aanpassingen betreft de Grondwet. Ik sta niet aan de kant van de haas en ook niet aan de kant van de schildpad; ik ben voor zorgvuldigheid. Wij moeten zorgvuldig met de Grondwet omgaan. Ik vind dat wij eerst met elkaar tot de conclusie moeten komen dat wij de Grondwet moeten wijzigen, voordat wij verder gaan en met wetsvoorstellen komen. Nu wordt een constructie bedacht van de Grondwet wijzigen en tegelijkertijd met wetsvoorstellen doorgaan. Dat hoort niet bij de zorgvuldigheid die wij bij de Grondwet moeten betrachten. Ik heb er dus moeite mee dat het op deze wijze wordt doorgezet.
Minister De Graaf: Kan de heer Slob toelichten waarom het niet zorgvuldig is ten opzichte van de Grondwet?
Arie Slob: Wij weten allen dat een grondwetswijziging in 2006 nog niet kan zijn afgerond, omdat er twee lezingen nodig zijn en tussentijds de Kamer nog een keer ontbonden moet worden. In de huidige plannen zullen na de eerste lezing in 2006 de bur-gemeestersverkiezingen plaatsvinden en volgt daarna pas de tweede lezing. Zo ga je slordig met de Grondwet om. Als je echt van mening bent dat de Grondwet moet worden gewijzigd, moet je dat doen volgens de regels die daarvoor zijn afgesproken. Het is vervelend dat het meer tijd kost, maar de zorgvuldigheid vereist dat. Ik ben ook van plan om hierover een motie in te dienen.
Verder hebben wij moeite met het massale ontslag. Ik begrijp de opmerkingen van minister De Graaf over de nadelen die het heeft als je dit niet doet, maar toch blijven wij voor een geleidelijke invoering. Wij zouden met elkaar moeten beslissen over een overgangsregeling.
Reacties op 'Algemeen Overleg Direct gekozen burgemeester'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.