Inbreng Cynthia Ortega inz. Wijziging Waterschapswet tot invoeren verkiezing vertegenwoordigers.

woensdag 25 januari 2012 00:00

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Cynthia Ortega-Martijn inzake Wijziging van de Waterschapswet tot het invoeren van de verkiezing van de vertegenwoordigers voor de ingezetenen in het algemeen bestuur van het waterschap door de leden van de gemeenteraden.

Onderwerp:   Wijziging van de Waterschapswet tot het invoeren van de verkiezing van de vertegenwoordigers voor de ingezetenen in het algemeen bestuur van het waterschap door de leden van de gemeenteraden

Kamerstuk:   33 097

Datum:            25 januari 2012

Inleiding

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel en hebben hierover nog enkele vragen.

Verkiezing door gemeenteraden

Als voornaamste reden om in het regeerakkoord en in dit wetsvoorstel te kiezen voor indirecte verkiezingen door gemeenteraden wordt in de memorie van toelichting gegeven dat handhaving van directe verkiezingen garant staat voor een discussie over het voortbestaan van de waterschappen. Genoemde leden vragen dit nader te onderbouwen.

Nu er in 2014 een integrale evaluatie komt van de waterschapswet en het kiesstelsel vragen deze leden waarom niet gekozen is voor het alternatief van directe verkiezingen op dezelfde dag als de gemeenteraadsverkiezingen in 2014. In dit alternatief zijn er in 2014 in alle waterschappen twee verkiezingsrondes met directe verkiezingen volgens het lijstensysteem geweest en kan het effect van combinatie met gemeenteraadsverkiezingen voor de opkomstpercentages worden bekeken en meegenomen in deze evaluatie. In de memorie van toelichting staat alleen de besparing die wordt behaald door het houden van indirecte verkiezingen. Genoemde leden vragen wat de besparing is van het model met directe verkiezingen gelijktijdig met de gemeenteraadsverkiezingen.

Verkiezingsdatum

De datum van toekomstige verkiezingen wordt in het stelsel van de Waterschapswet op het niveau van algemene maatregel van bestuur geregeld, maar zal volgens de memorie van toelichting tijdig bekend gemaakt worden zodat gemeenten hiermee rekening kunnen houden met hun vergaderingen. Genoemde leden missen een motivatie om de wijze van vaststelling van de datum niet net als in de Kieswet in dit wetsvoorstel vast te leggen. Door de bepaling van de datum wel in de wet vast te leggen is voor alle betrokkenen na het van kracht worden van de wet duidelijk wanneer niet alleen de komende de verkiezingen zijn maar ook de verkiezingen in 2018 en latere jaren.

Genoemde leden constateren dat het uitstel van de eerstvolgende verkiezingen van 2012 tot 2014 pas formeel bekrachtigd wordt na het vaststellen van voorliggend wetsvoorstel. Het gevolg is dat de waterschappen formeel nog niet op de hoogte zijn van de verschuiving van de verkiezingen en hierdoor verplicht zijn om door te gaan met de voorbereidingen van eventuele verkiezingen in 2012. Genoemde leden vragen daarom waarom er niet voor is gekozen om nu al het uitstel van de verkiezingen te regelen per AmvB zodat dit niet hoeft te wachten op de behandeling van voorliggend wetsvoorstel.

Relatie tot kieswet

Als argument om niet verdergaand te integreren met de Kieswet wordt in de memorie van toelichting gesteld dat het stelsel met geborgde zetels niet goed aansluit op het systeem van de Kieswet. Genoemde leden vragen dit te onderbouwen want de geborgde zetels staan toch geheel los van de verkiezingen van de overige zetels en voor deze laatste kan toch vrijwel geheel de procedure van de Kieswet worden gevolgd? Ook bevat de Kieswet volgens de memorie van toelichting een veel gedetailleerder regeling ten opzichte van de Waterschapswet waarin de verkiezingen van het waterschapsbestuur meer op hoofdlijnen zijn geregeld en de nadere regelgeving in lagere regelgeving is vastgelegd. Genoemde leden vragen waarom er voor gekozen is dit in lagere regelgeving vast te leggen. Genoemde leden constateren dat hiermee in twee wetten (voorliggend wetsvoorstel en de Kieswet) verschillende keuzes worden gemaakt die niet worden gemotiveerd.

Een concreet voorbeeld zien genoemde leden bij onderdelen D en E. In de memorie van toelichting bij deze onderdelen wordt verwezen naar een nog op te stellen algemene maatregel van bestuur waarin nadere bepalingen zullen worden opgenomen die in lijn liggen met of zoveel mogelijk aansluiten bij bepalingen in de Kieswet. Genoemde leden vragen een motivatie waarom deze bepalingen op het niveau van een algemene maatregel van bestuur worden genomen. Deze leden pleiten ervoor zo veel mogelijk aan te sluiten bij de Kieswet en zaken die in de Kieswet op het niveau van wet zijn vastgelegd in voorliggend wetsvoorstel ook op het niveau van wet te regelen en niet in onderliggende regelgeving. Genoemde leden geven daarom in overweging bij nota van wijziging alsnog waar mogelijk aan te sluiten bij de Kieswet.

Combinatie van functies

Genoemde leden vragen waarom de combinatie van waterschapsbestuurder en Gemeenteraadslid niet mogelijk zou mogen zijn en de combinatie van Gemeenteraadslid en Statenlid wel. Deze leden zijn van mening dat het combineren van functies vanuit de optiek van spreiding van bevoegdheden en partij politieke uitgangspunten onwenselijk kan zijn, maar dat dit niet in alle gevallen hoeft te leiden tot het wettelijk uitsluiten van combinatie van functies. In het verleden is bewust gekozen voor terughoudendheid op dit punt en genoemde leden vragen wat de reden is om desondanks hier toch expliciet de combinatie van genoemde functies te verbieden. Voorts wijzen deze leden op de algemene regels die er zijn voor bestuurders om belangenverstrengeling te voorkomen zoals het stemmen zonder last, de mogelijkheid om niet mee te stemmen over een kwestie en de regel dat bestuurders niet vooringenomen mogen zijn. Voorts vragen deze leden waarom er niet voor is gekozen om een tegenhanger van genoemde bepaling op te nemen in de Gemeentewet.

Artikelsgewijs

Artikel 20a

In artikel 20a lid 2 over het vaststellen van stemwaarden indien het aantal ingezetenen van een waterschap in het gebied van de gemeente meer dan 0 bedraagt en de stemwaarde ingevolge de gegeven formule 0 zou bedragen wordt voor deze formule verwezen naar lid 2. Volgens genoemde leden moet dit lid 1 zijn. Zij vragen deze fout te herstellen bij nota van wijziging. Overigens kan de formulering “ingezetenen van een waterschap in het gebied van de gemeente” volgens genoemde leden tot verwarring leiden omdat het hier om de situatie gaat dat een gemeente (gedeeltelijk) valt in het gebied van een waterschap en niet andersom. Genoemde leden vragen of de woorden “in het gebied van” in de betreffende leden niet beter kunnen worden weggelaten.

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Cynthia Ortega

« Terug

Archief > 2012 > januari