Inbreng Esmé Wiegman inzake de Wet cliëntenrechten zorg.

donderdag 19 januari 2012 00:00

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink inzake de Wet cliëntenrechten zorg.

Onderwerp:   NADER VERSLAG - Wet cliëntenrechten zorg

Kamerstuk:   32 402

Datum:            19 januari 2012

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de nota van wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg. Deze leden constateren dat met de wijzigingen van het wetsvoorstel voor een deel tegemoet is gekomen aan de bezwaren die in de nota naar aanleiding van het verslag stonden. De genoemde leden hebben nog wel een aantal opmerkingen en vragen over de nota van wijziging.

Deze leden merken namelijk op dat een groot deel van de bezwaren nog niet zijn weggenomen. De wijzigingen voegen nieuwe elementen toe aan de Wcz, er worden echter niet alleen oplossingen geboden, er ontstaan ook nieuwe knelpunten. Vanwege het groot aantal wijzigingen, lijkt het de leden van de ChristenUnie een verstandig besluit om dit gewijzigde voorstel opnieuw voor te leggen aan de Raad van State. Deze leden zien op dit punt graag een reactie.

Deze leden vragen met welke risico’s rekening wordt gehouden wanneer de WGBO, de Zorgbeginselenwet en de Wcz naast elkaar zullen bestaan? Het is voor veel zorgprofessionals namelijk niet duidelijk hoe deze verschillende wetten in de praktijk naast elkaar zullen functioneren? Deze leden vragen om een uitwerking van een casus waarbij zowel de WGBO als de Wcz van kracht is en er tegenstrijdigheden zijn.

Deze leden zijn op de hoogte van de kritiek van eerstelijnszorgaanbieders die constateren dat de Wcz geschreven is vanuit de optiek van (tweedelijns) instellingen. Deze leden vragen nadere toelichting op de vraag waarom solisten en kleinschalige zorgaanbieders gelijkgesteld worden met grote zorginstellingen. Deze leden zijn ook op de hoogte van de kritiek zoals deze is geuit door de BOZ, deze stelt dat ‘de meerwaarde van deze wet zit in een aantal onderdelen en niet in het geheel. Sterker, nog het geheel is de vijand van de onderdelen geworden en daarom moet de Wcz zoals die er nu ligt, worden afgewezen’ Deze leden zouden graag een reactie zien op de geuite kritiek van de BOZ.

De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn het er niet mee eens dat de Wcz enkel een goede zorgrelatie tot uitdrukking brengt en de rechten van cliënten waarborgt. In deze wet schuilt weldegelijk een gevaar dat de kloof tussen cliënten en zorgaanbieders groter wordt, waardoor zorgaanbieders zich nog meer gedwongen zien om zich juridisch in te dekken. Hoe wordt er voorzien dat deze verdere juridisering niet ten koste gaat van middelen die bestemd zijn voor de Volksgezondheid? Deze leden zouden bij het antwoord op deze vraag graag zien dat een vergelijking met andere Europese landen wordt meegenomen.

De leden van de ChristenUnie vinden het jammer dat er niet tegemoet is gekomen aan de bezwaren met betrekking tot het instellen van een cliëntenvertrouwenspersoon. Een vertrouwenspersoon kan vanuit een onafhankelijk positie ten opzichte van de zorgaanbieder,  cliënten van advies voorzien. Er wordt in de nota naar aanleiding van het verslag, aangegeven dat via de Wcz alle cliënten recht op ondersteuning hebben door iemand die gratis informatie, advies en bemiddeling verzorgt (artikel 28, tweede lid onderdeel b). Deze leden vragen zich af of deze informatie, advies en bemiddeling ook geldt wanneer er geen sprake is van een klachtenprocedure?

De leden van de ChristenUnie menen dat artikel 4 nog niet voldoende is vormgegeven. In dit artikel 4 is geregeld dat wanneer een cliënt minderjarig is, de zorgaanbieder de verplichtingen op het gebied van informatie, instemming, dossierinzage en medezeggenschap moet nakomen jegens degene die het gezag over de cliënt voert. Dit geldt ook voor dementerende ouderen en comateuze cliënten. Deze leden zijn van mening dat er in meer gevallen sprake is van een situatie waarbij een cliënt simpelweg niet in staat is om goed te kunnen communiceren met zijn zorgaanbieder, ook in deze gevallen zou de verplichting moeten gelden om informatie te verstrekken aan familieleden en/of andere naasten. Deze leden zien op dit punt graag nadere toelichting.

De leden van de ChristenUnie merken op, dat meer dan ooit cliënten van begeleiding afhankelijk worden van gemeentelijk beleid. De rechten uit de Wcz zouden ook moeten gelden voor de instellingen die krachtens de WMO zorg verlenen. Deze leden zijn daarom blij met de wijziging van artikel 80. Hierdoor gaan de nieuwe bepalingen met betrekking tot kwaliteit, klachten en medezeggenschap voor (delen van) de maatschappelijke ondersteuning gelden. Waarom is er niet voor gekozen om deze bepalingen voor alle delen van de maatschappelijke ondersteuning te doen laten gelden? Want met de overheveling van de functie begeleiding van de AWBZ naar de WMO worden bestaande rechten verzwakt. Deze leden vragen zich af of dit aansluit bij de oorspronkelijk beoogde doelstellingen met de Wcz?

De leden van de ChristenUnie merken op dat goede afstemming tussen verschillende zorgverleners bij een casus van groot belang is. Deze leden doen de suggestie om het recht op afstemming bij ketenzorg tussen zorgverleners alsnog op te nemen in de wet? Zij zien op dit punt graag een reactie.

Deze leden van de ChristenUnie vragen nadere uitleg over de wijze waarop medezeggenschap is geregeld in de ambulante GGZ? Ambulante cliënten vormen een steeds belangrijkere groep in de GGZ. Deze leden menen dat medezeggenschap ook voor deze groep goed geregeld dient te worden. Is het mogelijk om alsnog te bewerkstelligen dat ook in de ambulante ggz er een wettelijk verankerd recht komt voor collectieve medezeggenschap in de vorm van cliëntenraden, die de collectieve belangen van cliënten van de ggz-instellingen behartigen?

De leden van de ChristenUnie merken op dat ervaringsdeskundigen worden geborgd in het Kwaliteitsinstituut. Zij vragen zich af op welke wijze dit wordt vormgegeven? Op welke wijze wordt er geclusterd? En op welke wijze is er inspraak door patiëntenorganisaties bij het aanstellen van deze ervaringsdeskundigen?

Tenslotte vragen de leden van de ChristenUnie nadere toelichting over wijziging omtrent de regeling rond de meldingen bij de IGZ. Na het lezen van het kritische rapport van de Ombudsman over de IGZ vragen de leden van de ChristenUnie zich af of en op welke wijze de IGZ is voorbereid op een vergroting van haar takenpakket?

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

 


Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2012 > januari