Bijdrage debat Verkiezing Voorzitter Tweede Kamer

dinsdag 04 februari 2003 16:20

Arie Slob: Mevrouw de voorzitter. Het doet de fractie van de ChristenUnie deugd dat er ook deze keer weer iets te kiezen valt. Het doet ons ook deugd dat de kandidaten die zich hebben aangemeld, niet namens hun fractie naar voren zijn geschoven, maar zelf met een brief aan de Kamer hebben laten weten dat zij deze functie willen vervullen. De fractie die de vorige keer nog omstandig een eigen kandidaat naar voren schoof en aanprees, heeft waarschijnlijk ook ingezien dat dit niet de sleutel tot succes is geworden. Collega Weisglas had dit de vorige keer beter door. Hij heeft met zijn open en vrije kandidaatstelling school gemaakt, zo blijkt.

De heer Slob (ChristenUnie): Mevrouw de voorzitter. Het doet de fractie van de ChristenUnie deugd dat er ook deze keer weer iets te kiezen valt. Het doet ons ook deugd dat de kandidaten die zich hebben aangemeld, niet namens hun fractie naar voren zijn geschoven, maar zelf met een brief aan de Kamer hebben laten weten dat zij deze functie willen vervullen. De fractie die de vorige keer nog omstandig een eigen kandidaat naar voren schoof en aanprees, heeft waarschijnlijk ook ingezien dat dit niet de sleutel tot succes is geworden. Collega Weisglas had dit de vorige keer beter door. Hij heeft met zijn open en vrije kandidaatstelling school gemaakt, zo blijkt.

Namens mijn fractie wil ik de drie kandidaten complimenteren met de wijze waarop zij zich kandidaat hebben gesteld en met hun bereidwilligheid om het zware ambt van voorzitter van de Tweede Kamer op zich te nemen. Over een dergelijke taak moet niet te licht gedacht worden. Mede daarom is het goed dat de Kamer vorige week een profielschets heeft vastgesteld, waarin de specifieke eisen die aan dit ambt vastzitten, zijn vastgelegd. Wij hebben hierover een aantal maanden geleden uitvoerig gedebatteerd. Om die reden hebben wij er vorige week geen woorden meer aan gewijd.

Als fractie hebben wij al eerder gezegd dat gedegen parlementaire ervaring, kennis van procedures, en uiteraard van de toepassing daarvan, en leiding kunnen geven aan het Kamerwerk, waarbij management-capaciteiten vereist zijn, voor ons heel belangrijke criteria zijn om de beoogde kandidaten aan te toetsen. Uiteindelijk zal moeten gelden dat de beste man of vrouw op deze plaats terecht zal komen.

In dat opzicht heeft de Kamer nu een luxeprobleem, omdat naar onze mening deze drie kandidaten allen voldoende gekwalificeerd zijn. Dat is een goede zaak, want een sterk en goed functionerend parlement is van groot belang. Daar zal onder leiding van de nieuw gekozen Kamervoorzitter de komende jaren verder aan gewerkt moeten worden. Dat drie stevige kandidaten zich hebben opgeworpen om hier leiding aan te geven zegt mogelijkerwijs ook iets over het assertieve karakter dat dit parlement de komende jaren zal innemen tegenover de straks te vormen regering. Waar het nu op aankomt, is bij deze drie kandidaten wegingen te geven aan de verschillende criteria die voor het Kamervoorzitterschap gelden. Ook is binnen onze fractie de opvatting uitgesproken dat de nieuw te kiezen voorzitter niet per definitie dient voort te komen uit de grootste regeringspartij. Voor het tegenwicht dat de Kamer aan het kabinet zal moeten bieden, kan het zelfs een pre zijn als dat niet geval is. Het zijn maar enkele afwegingen.
Voordat u aan dit soort afwegingen conclusies verbindt, meld ik dat binnen onze fractie het kiezen van een voorzitter bij uitstek een vrije kwestie is. Wij hebben de vorige keer aangegeven niet zoveel behoefte te hebben aan het bevragen van de kandidaat-voorzitters: het voegt niet veel toe aan wat wij al weten. Wij kennen de mensen en wij hebben uiteraard met belangstelling de brieven met hun motivering gelezen. Het is ons ook duidelijk dat iedere voorzitter aan de invulling van zijn ambt een eigen kleur zal willen geven en dat dit consequenties kan hebben voor het functioneren van de Kamer.

Op het volgende wil ik wel een reactie van de kandidaat-voorzitters. Voor ons staat voorop dat de voorzitter van de Tweede Kamer een uitvoerende en dienende functie heeft en dat het voorzitterschap geen persoonlijke BV is. Niet de persoonlijke opvatting en de agenda van de voorzitter zullen het functioneren van de Kamer moeten bepalen, maar de opvattingen die de Tweede Kamer daar zelf over heeft. In goede samenwerking met het Presidium, indien nodig ook met de commissie voor de Werkwijze der Kamer en uiteindelijk met de Kamer zelf, zal de voorzitter zijn plaats moeten vinden.

Wij hechten zeer veel belang aan deze taakopvatting. Wie de nieuwe voorzitter ook wordt – de stemming zal dat uitwijzen – onze fractie wenst hem of haar veel sterkte bij het uitvoeren van deze belangrijke taak.
Labels
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Bijdrage debat Verkiezing Voorzitter Tweede Kamer'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2003 > februari