In een overleg met staatssecretaris Bussemaker (volksgezondheid) over de maatschappelijke opvang vroeg Wiegman vorige week om meer maatwerk in de vrouwenopvang. Haar pleidooi wordt ondersteund door het vorig jaar verschenen rapport ‘Maat en baat van de vrouwenopvang’. Wiegman: ,,Het gaat om vrouwen met heel verschillende achtergronden en problemen: prostitutie, vrouwenhandel, eerwraak en ‘klassieke’ vormen van huiselijk geweld. Alleenstaande vrouwen en vrouwen met kinderen. Ook die kinderen verdienen veel gerichte aandacht, al was het maar om te voorkomen dat we ze over een paar jaar terugzien in de jeugdzorg.’’

Wiegman zag haar pleidooi bevestigd tijdens een werkbezoek dat ze vrijdag bracht aan een opvanghuis van de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK) in Gouda. ,,Dat is een opvanghuis voor jonge, ongewenst zwangere vrouwen die in een veilige omgeving hun kindje willen krijgen en zich oriënteren op hun toekomst als alleenstaande moeder. Tienerzwangerschappen kunnen meiden tot grote wanhoop drijven, vooral wanneer de verwekker zijn verantwoordelijkheid niet neemt en ze in haar familie geen steun krijgt maar afwijzing of zelfs afstoting. Het is schrijnend dat er voor zulke noodsituaties nauwelijks gespecialiseerde opvang is.’’

Het niet-gesubsidieerde VBOK-huis in Gouda biedt elk jaar opvang aan ongeveer twintig jonge, alleenstaande (aanstaande) moeders. De meiden verblijven er voor een periode van maximaal negen maanden en worden er voorbereid op het moederschap en op de toekomst, samen met hun kindje. Daarbij worden zij intensief begeleid door een team van gespecialiseerde beroepskrachten en vrijwilligers. Wiegman: ,,Ik was onder de indruk van de wilskracht van deze jonge vrouwen, hun vastberadenheid om ondanks de moeilijke omstandigheden hun kindje een goede start te geven. Tegelijk is het onthutsend te horen op hoeveel praktische problemen alleenstaande tienermoeders stuiten; de hulpverleners zijn een belangrijk deel van hun tijd kwijt aan het vinden van een weg door de bureaucratie.’’