Bijdrage Esmé Wiegman aan het algemeen overleg Huiselijk geweld.

donderdag 09 februari 2012 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink met de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie in een algemeen overleg met minister Opstelten van Veiligheid en Justitie.

Onderwerp:   Huiselijk geweld

Kamerstuk:   28 345

Datum:            9 februari 2012

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Het is al weer een poos geleden dat wij spraken over de blijf-van-mijn-lijf-huizen; de strafrechtelijke aanpak van huiselijk geweld is inmiddels sterk in beeld gekomen. Dat is goed. Tegenwoordig spreken we niet meer over vrouwenopvang, maar over de ketenaanpak huiselijk geweld. De ChristenUnie constateert dat die ketenbenadering voortdurend onder druk staat. Ontzettend veel mensen, organisaties, ministeries en gemeenten zijn betrokken bij de ketenaanpak, maar dat brengt enige verdeeldheid met zich, bijvoorbeeld wat betreft de instelling van de steunpunten huiselijk geweld. Die zijn heel goed, maar ze zijn sterk verbonden met de GGD en daarmee met veiligheid en veiligheidsregio’s. De vrouwenopvang is op een heel andere schaal verdeeld en georganiseerd. Deze benadert de aanpak veel meer vanuit de zorgvraag, waarbij het allemaal draait om laagdrempeligheid en hulp. De ChristenUnie benadrukt het belang van samenhang in beleidsmaatregelen en evenwicht in beleid rondom enerzijds de strafrechtelijke aanpak en anderzijds de zorg en opvang. Met 200.000 slachtoffers red je het niet alleen met daderaanpak. De samenhang aan beleidsmaatregelen ontbreekt op dit moment nog te veel. Dat is ook terug te vinden in het onderzoeksrapport. Er zijn de afgelopen jaren goede maatregelen getroffen, maar niemand kent precies de effecten ervan. Gemeenten en regio’s doen nu afzonderlijk onderzoekjes, maar dat moet veel meer landelijk en regionaal gestuurd moeten worden. Ook moet er duidelijkheid zijn over wat je meet en waarom. Overheid en veldpartijen moeten daarom eerst een gemeenschappelijke visie en gemeenschappelijke doelen formuleren. Welke resultaten willen we bereiken? Welke meetbare indicatoren gebruiken we hiervoor? Er moet focus worden aangebracht in het beleid. Een nationaal actieplan, gemonitord door een nationaal rapporteur, vindt de ChristenUnie een goed middel daartoe. Er liggen voldoende bouwstenen bij VWS en Justitie. Europese verdragen moedigen lidstaten aan om tot een actieplan te komen. Ook ik heb het advies over het stelselonderzoek meegenomen. Dat moet leiden tot afspraken tussen VNG en de sector, maar op bepaalde onderdelen is rijkssturing nodig, zegt het advies, bijvoorbeeld waar het crisisopvang betreft of bijzondere vormen van opvang. De landelijke infrastructuur moeten we behouden. Verdere versnippering van hulp en financiering moeten we voorkomen. Ik ben blij dat minister Opstelten in zijn brieven regelmatig naar het stelselonderzoek verwijst, maar het valt op dat staatssecretaris Veldhuijzen in haar reactie op het advies vooral doorverwijst naar gemeenten. En zo lijkt een hete aardappel te worden doorgegeven en blijft het gebrek aan samenhang in stand. Geen kwaad woord over gemeenten, maar gemeenten kijken vooral lokaal en als het meezit regionaal. Maar veiligheid moet vooropstaan. Alleen vrouwenopvang vanuit de eigen regio staat dat in de weg, want sommige vrouwen zijn in eigen regio simpelweg niet veilig. Hoe ziet de minister de rol van het Rijk?

Ik wijs ook op het capaciteitstekort in de opvang. Er zijn vrouwen die veel te lang in een noodbed verblijven, terwijl zo’n bed eigenlijk is bedoeld voor een paar nachten. Het gaat niet aan dat vrouwen daar weken in moeten doorbrengen, want dat leidt tot achterstand en tekort aan goede en passende hulpverlening.

Ik ben blij met het beschikbare geld voor de aanpak van huiselijk geweld. Ik heb wel het idee dat de focus vooral op de voorkant ligt, op wat er achter de voordeur gebeurt, terwijl er te weinig aandacht is voor opvang en preventie, maar dat is de echte voorkant. Vorige week vrijdag was ik nog in een vrouwenopvangcentrum. Het geluid dat ik daar hoorde en waardoor ik bijna van mijn stoel viel van verbazing, was dat er eigenlijk nauwelijks oog is voor kinderen in de opvang. Toch moeten ook kinderen die in de opvang zitten, als cliënt worden gezien. Ik heb begrepen dat er nu slechts €1 beschikbaar is voor kinderen. Of je als vrouw nu met een of meer kinderen binnenkomt, er is slechts €1 beschikbaar voor de kinderen. Dat is echt te weinig. Bureau Jeugdzorg wordt er wel bij betrokken, maar dat heeft vaak geen geld beschikbaar voor kinderen van buiten de regio. Als er wat wordt verstrekt, dan gebeurt het pas na weken. Het zou heel mooi zijn als er gezinsfinanciering beschikbaar komt bij de aanpak van huiselijk geweld. Misschien kunnen wij een pilot starten, aan te sturen van bovenaf, of een experiment in het kader van de decentralisatie van de jeugdzorg. Mensen blijven nog te veel in kokers denken.

Vorige week in de opvang hoorde ik ook over de gevolgen van de afschaffing van de tolkenvergoeding. Spreken met een tolk vraagt veel tijd. VWS heeft een streep gezet door de tolkenvergoeding als bezuiniging, maar ik kan me voorstellen dat minister Opstelten daar last van gaat krijgen. Een tolk heeft namelijk grote meerwaarde. Ik ben heel benieuwd wat de minister daarmee gaat doen.

Huiselijk geweld is ook een groot probleem op de BES-eilanden. Mijn collega, mevrouw Ortega, heeft er al vragen over gesteld. Ik heb begrepen dat een en ander wordt teruggekoppeld naar VWS. Op die eilanden maken zelfs politieagenten zich schuldig aan huiselijk geweld. Men is zich daar nog te weinig bewust van het probleem van huiselijk geweld en wat je eraan kunt doen. Ik ben benieuwd wat de minister op de BES-eilanden gaat doen wat dit betreft.

Ik meld me nu af, voorzitter, want er vinden heel veel AO’s tegelijkertijd plaats. De antwoorden op deze kwestie zal ik met aandacht terugluisteren en lezen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 


 

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2012 > februari