Bijdrage debat oprichting museum Nederlandse geschiedenis

dinsdag 27 juni 2006 15:19

De heer Slob (ChristenUnie): Voorzitter. De door mij zeer gewaardeerde Nederlandse historicus Johan Huizinga definieerde het begrip "geschiedenis" ooit als "de geestelijke vorm waarin een cultuur zich rekening geeft van haar verleden". Musea kunnen een belangrijke rol spelen bij het rekening geven van ons verleden. Dat is geen vrijblijvende zaak, maar een noodzakelijk aspect van iedere gemeenschap of cultuur, waarbij de visie op het verleden voor zowel de collectieve als de individuele plaatsbepaling in het heden van groot belang is. Om direct duidelijkheid te bieden: mijn fractie steunt het streven van de collega's Marijnissen en Verhagen naar de oprichting van een nationaal museum voor de Nederlandse geschiedenis. Het is een bijzondere coalitie, die alleen daarom al interessant is. Ere wie ere toekomt, collega Marijnissen heeft deze discussie al twee jaar gelden aangezwengeld. Hij heeft er heel goede teksten over gesproken. Een land dat de eigen geschiedenis respecteert, deze wil overdragen en ervan wil leren, moet er een museum voor instellen, Onze cultuur, onze regels en gewoonten en wijzelf zijn gevormd door de geschiedenis. Het is van belang dat er een museum is waarin onze geschiedenis centraal staat. Dat missen wij op dit moment in Nederland.

Ons duizelt enigszins de hoeveelheid voorstellen. Ik geloof dat het er inmiddels een stuk of vijf zijn. Men vraagt zich af waarvoor dat allemaal nodig is, omdat men ook kan zien dat ze veelal hetzelfde beogen. De middelen voor het Huis voor de culturele dialoog zullen volgens de staatssecretarissen Van der Laan en Nicolaï worden aangewend om mensen met allerlei achtergronden te bereiken en aan te zetten tot actief participeren. In het voorstel voor een Centrum voor Geschiedenis en Democratie valt op dat dit centrum zich ook richt op actieve participatie en actief burgerschap. Verder zijn een van de nadrukkelijke doelgroepen van dit Centrum voor Geschiedenis en Democratie de nieuwe Nederlanders. Beide initiatieven richten zich dus op het aanzetten tot participatie en het leren kennen van elkaar.

Naast deze initiatieven is er ook nog het voorstel van het Rijksmuseum om een vestiging in Den Haag te openen die speciaal is gewijd aan de Nederlandse geschiedenis, wat door staatssecretaris Van der Laan met sympathie, maar zonder andere vormen van steun is aanvaard. Ook ligt er nog een initiatief waaraan de heer Van der Vlies in een motie uitdrukking heeft gegeven. Dat is een streven om te komen tot een museum voor de negentiende-eeuwse geschiedenis.

Mijn fractie bepleit te proberen zaken wat meer in elkaar te schuiven en aan te sluiten bij het initiatief van de heren Marijnissen en Verhagen omdat wij het belangrijk vinden dat de Nederlandse geschiedenis centraal staat en dat daaraan aandacht wordt besteed. Binnen een dergelijk museum is naar onze mening ruimte genoeg en ook te creëren voor actieve participatie en nieuwe vormen.

Wij zijn ook van mening dat het bereiken van nieuwe Nederlanders niet altijd hoeft uit te gaan van de eigen culturen van de nieuwkomers, maar dat juist het belichten van het Nederlandse en de achtergronden van onze huidige cultuur aandacht verdienen.

Ook in dat licht is het dus goed dat er een museum voor Nederlandse geschiedenis komt. Een museum voor de Nederlandse geschiedenis waarin de vorming van onze multiculturele maatschappij een plaats heeft, biedt alle ruimte voor culturen, voor dialoog en voor lessen voor het heden met de komst van verschillende culturen naar Nederland. Kortom, in het voorstel van de beide collega's kan dit allemaal ook bij elkaar komen en het zou goed zijn als wij proberen wat te trechteren en daaraan onze steun geven en onze schouders eronder zetten.

Uiteraard moet een en ander worden uitgewerkt. Dat spreekt voor zich. Er moeten financiële middelen voor komen, het moet ook allemaal solide zijn. Dat spreekt allemaal voor zich, maar eerst moet een duidelijke keuze worden gemaakt hoe hiermee verder te gaan. Wat ons betreft behoort ook tot de uitwerking waar men zo'n museum zal neerzetten. Het is logisch dat men kijkt naar bereikbaarheid en een centrale plaats in het land, zodat zoveel mogelijk mensen, vooral ook jongeren, daarvan optimaal gebruik kunnen maken.

Labels
Arie Slob
Bijdragen
Kunst & Cultuur

« Terug

Reacties op 'Bijdrage debat oprichting museum Nederlandse geschiedenis'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2006 > juni