Tineke Huizinga: ‘Ik geloof in verandering van levensstijl’

vrijdag 04 november 2005 11:15

Bron: ZOA MagEzine

Logo AidsTweede Kamerlid Tineke Huizinga (1960) is woordvoerder Ontwikkelingssamenwerking voor de ChristenUnie. Afgelopen voorjaar ging ze naar Afrika. Onder andere om meer te weten te komen over de aidsproblematiek. “In de huidige noodsituatie in Afrika kan ik niet tegen het sturen van condooms zijn, maar op de langere termijn geloof ik meer in een verandering van levensstijl.”

“Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in het buitenland en andere culturen. Daarom vond ik mijn werk bij VluchtelingenWerk Nederland ook zo boeiend. Je komt dan in aanraking met mensen die tussen wal en schip dreigen te vallen. En daar wilde ik graag wat aan doen. Dat ontstaat natuurlijk ook omdat je christen bent. Bij mij speelde heel sterk het gevoel: dit zijn ook mensen waar God van houdt. In onze maatschappij zijn ze verschoppelingen maar voor God blijven ze belangrijk. Het werk bij VluchtelingenWerk deed ik met een christelijke overtuiging. Heel simpel gezegd omdat ik denk dat God wil dat wij opkomen voor de mensen die geen stem hebben. Daarom heb ik nog veel meer waardering voor mensen die geen christelijke drijfveer hebben en dat werk helemaal uit zichzelf doen. Die hebben dat duwtje in de rug van God niet eens nodig.
Ik hield mij bij VluchtenlingenWerk bezig met juridische hulpverlening. Spitten in dossiers, gesprekken met asielzoekers over de exacte toedracht van hun vluchtverhaal en het contact met advocaten. Het probleem bij VluchtelingenWerk Nederland was wel dat ik tegen de grenzen aanliep van wat kon. Tegen de regels, tegen het beleid. Daar kun je gewoon niet omheen. Het mooie van mijn werk in de Tweede Kamer is dat je op dat beleid kunt schieten. Dat je de regels kunt proberen te veranderen. Structureel gezien bereik je dan misschien nog wel meer. Belangrijk bij dit werk is dat je voldoende voeling houdt met de praktijk. Onder andere door werkbezoeken in Nederland te brengen, maar ook door ontwikkelingslanden te bezoeken.”

Serieus nemen
“Afgelopen voorjaar ben ik voor het eerst naar Afrika geweest. Wat me allereerst opviel was de veerkracht van de Afrikanen. Van de mogelijkheid om door te gaan en je niet terneer te laten slaan door de omstandigheden. Verder ben ik ervan overtuigd geraakt dat ontwikkelings-samenwerking moet aansluiten bij de initiatieven van de mensen zelf. Die moet je ondersteunen. Dat is ook wat de bevolking daar vaak tegen de borst stuit. Ik heb een aantal mensen gesproken die daar heel emotioneel over was. Ze zeiden: ‘Jullie hulp heeft altijd iets paternalistisch. Het komt voortdurend van bovenaf. Jullie weten altijd precies wat goed voor ons is en daardoor ontnemen jullie ons onze waardigheid. Je moet ons veel meer serieus nemen.’
We moeten veel meer een relatie hebben van wederkerigheid. Ik ben ervan overtuigd dat het enorm belangrijk is dat je fijngevoelige hulp verleent. Dat je oog hebt voor de wederkerigheid van de relatie. Ik denk dat de hulp die het beste aansluit bij de initiatieven van de mensen zelf, de beste hulp is.”

Condooms
“Neem de problematiek rondom hiv en aids. Dat is nou typisch zo’n voorbeeld van hoe het niet moet. Het Westen maar ook Nederland geeft daar heel duidelijk hulp van bovenaf. Door condooms te sturen denken wij de oplossing te hebben. Nog even los gezien van condooms als oplossing, dit heeft  weinig te maken met een wederkerigheid van de relatie. Met de mensen serieus nemen en zelf tot oplossingen laten komen. Ik ben naar Afrika gegaan met een aantal vragen over aids waar ik graag een antwoord op wilde hebben. Bijvoorbeeld of condooms nu de oplossing zijn voor dit probleem en of kerken door condooms te verbieden bijdragen tot de verspreiding van aids. Verder vroeg ik me af of de Afrikaanse levenswijze nu eenmaal zodanig is dat je daar niks aan kunt veranderen.
Om daar meer over te weten te komen, waren er speciaal voor mij een aantal ontmoetingen gearrangeerd. Hierbij werd voor mij nog eens bevestigd hoe belangrijk het is om mensen serieus te nemen op basis van een wederkerige relatie.
Afrikanen staan bekend om hun wisselende contacten. Dat zit nu eenmaal veel meer in die cultuur. Toen ik dat onderwerp bij Afrikaanse christenen die ik sprak voorzichtig aanroerde, waren ze bijna beledigd. Denken jullie nou serieus dat wij niet trouw kunnen zijn, zeiden ze. Ze gaven toe dat de Afrikaanse levensstijl een probleem is maar ook dat het mogelijk moet zijn om een andere levensstijl aan te nemen. Zo sprak ik een man waarvan zowel zijn broer als neef was overleden aan aids. Die man zei het heel treffend: ?‘Je denkt toch niet dat ik niet trouw ben aan mijn vrouw’.”

Bewustwording
“Het probleem is het erkennen dat de ziekte bestaat. En wat de oorzaak van aids is. Met het sturen van condooms los je dat probleem niet op. Want mensen in Afrika gaan die condooms doorgaans niet gebruiken. Daar rust een taboe op. Ook vanuit een soort wantrouwen naar het Westen toe. Er moet een bewustwording komen dat aids bestaat. In Zuid-Afrika heeft hele lang tijd de gedachte bestaan dat het een mythe was.
Je moet eerst tot de stap komen dat de ziekte er is en dan moet duidelijk worden, dat de oorzaak van de verspreiding wisselende seksuele contacten zijn. Op het moment dat wij daar waren kwam Nelson Mandela er openlijk voor uit dat zijn zoon aan aids was overleden. Die openheid, daar waren de mensen die ik in Afrika sprak heel enthousiast over.”

Andere levensstijl
“Uganda is er een perfect voorbeeld dat de zogenaamde ABC-methode van onthouding, trouw en condooms werkt. De voorlichting daar is goed geweest. Iedereen is ervan doordrongen dat de ziekte bestaat, wat de oorzaak is en dat je iets aan je levensstijl moet doen. Van de Afrikanen die ik daar heb gesproken hoor ik ook dat ze het langs die weg willen oplossen. Als je kijkt naar de Verenigde Staten zie je dat zij een land als Uganda extra steunen omdat ze in dat land heel sterk inzetten op onthouding en trouw. Landen die zich meer op condooms richten, krijgen weinig tot niets. In zekere zin is dat natuurlijk ook paternalistisch gedacht. Maar ik kan die instelling wel begrijpen omdat de cijfers laten zien dat deze methode werkt. Uganda is zowat het enige land waar aids echt is afgenomen. Van 22 naar zes procent. Zij hebben de cijfers aan hun zijde en laten zien dat dit beleid werkt.

Affiche
Ik ben niet per se tegen het uitdelen van condooms. Het probleem is dat mensen vaak niet gemotiveerd zijn om ze te gebruiken omdat ze niet op de hoogte zijn van het bestaan en ontstaan van aids. Wanneer ze dat wel onder ogen zien, kunnen ze kiezen voor het gebruik van condooms of voor het veranderen van hun levensstijl. Die keus moet er blijven. Je moet niet alleen maar affiches ophangen met ‘Gebruik een condoom’. Ik zeg niet dat je geen condooms moet vertrekken, maar de cijfers wijzen uit dat het enige land waar het goed gaat Uganda is. En daar is ingezet op een verandering van levensstijl. Vanuit mijn christelijke overtuiging dat de geboden van God goed zijn voor de mensen, verwondert dat resultaat mij niet. Wanneer een land de aidsbestrijding vooral via condooms wil aanpakken zul je daar, met die wederkerigheid in het achterhoofd, als overheid aan mee moeten werken. Al kun je wel op resultaten in andere landen wijzen. Op korte termijn zijn condooms zelfs noodzakelijk omdat anders in Afrika een heel volk uitsterft. Maar op langere termijn geloof ik absoluut in een verandering van de levensstijl.
Natuurlijk zijn er christenen die vanuit hun christelijke overtuiging tegen het verstrekken van voorbehoedsmiddelen zijn en kiezen voor een hulporganisatie die geen condooms verstrekt. Die keuze respecteer ik. Daarbij is het ook de vraag in hoeverre ze in Afrika op voorbehoedsmiddelen zitten te wachten. Want dat is in de meeste landen nog een ongelooflijk taboe.”

Gevaar
“Ik zie een groot gevaar in de algemeen verbreide opvatting – ook in Nederland – dat we onze levensstijl niet hoeven te veranderen. Dat je moet kunnen leven zoals je wilt. In de Bijbel lezen we over trouw zijn en dat we seksualiteit moeten bewaren voor een heel speciale relatie. ?Dat hele idee verdwijnt. Daar tegenover staat dat die visie in kerken in Afrika juist terrein aan het terugwinnen is. ?En dat torpederen wij door condooms te geven en te zeggen dat het helemaal niet nodig is om hun levensstijl aan te passen. Ik heb daar veel meer moeite mee dan christenen die vanwege hun geloofsovertuiging liever geen condooms geven. Voor Afrika is het best mogelijk om condooms te krijgen, daarvoor zijn ze echt niet afhankelijk van een aantal christelijke hulpverleningsorganisaties. Wat Afrika wel nodig heeft, zijn mensen en organisaties die hen steunen in dat langere termijn beleid. Die hen steunen in een betere levensstijl en waarvan de cijfers in Uganda laten zien dat dit resultaat oplevert. Nee, dat is geen paternalistische gedachte. Het zijn de Afrikanen zelf die zeggen dat ze zo de aidsproblematiek willen aanpakken. En daar moet je dan ook je ontwikkelingshulp bij aansluiten.”

Labels
In de media

« Terug

Reacties op 'Tineke Huizinga: ‘Ik geloof in verandering van levensstijl’'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2005 > november