Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie): Voorzitter. Gezien mijn beperkte tijd zal ik mijn opmerkingen vrij staccato maken.
Ik begin met de Marinestudie. Het kabinet stelt voor, vier M-fregatten te vervangen door vier patrouillevaartuigen. Wordt de samenstelling van de vloot daardoor niet onevenwichtig? Feitelijk gaat de voor de NAVO bruikbare vloot namelijk terug naar zes schepen. Vorig jaar was dat een belangrijk argument van de minister. Heeft de regering hierover advies gevraagd aan de NAVO? De bewindslieden stellen dat het verlies van capaciteit door de afstoting van M-fregatten beperkt blijft, omdat er twee door België worden overgenomen. Ik heb begrepen dat België deze schepen niet als extra capaciteit overneemt, maar ze gebruikt als vervangers voor de oude Wielingenklasse schepen. Het Belgisch-Nederlands eskader dat nu nog veertien fregatten telt, zou er in dat geval nog maar acht tellen. Ik krijg ook graag hierop een reactie van de minister.
Als het aantal fregatten naar beneden gaat -- in de kabinetsplannen naar zes -- waarom worden dan nog steeds twaalf volledig uitgeruste NH-90-helikopters aangeschaft? Is het niet veel beter om van de twintig stuks maar zes tot acht volledig uit te rusten met de onderzeebootbestrijdingsapparatuur en de overige als transporthelikopter af te nemen? Ik zou denken dat de helikopters die vanaf de patrouillevaartuigen moeten opereren, geen onderzeebootbestrijdingscapaciteit nodig hebben.
Vorig jaar was het plan om alle vier de LS-fregatten uit te rusten met Tomahawk-kruisvluchtwapens. Uit de Marinestudie blijkt dat dit voor maar twee fregatten nodig is. De kosten dalen daardoor van 100 mln. naar 57 mln. Vorig jaar heb ik tijdens de begrotingsbehandeling mijn bedenkingen geuit tegen de aanschaf van kruisvluchtwapens. Ik vroeg mij af of er geen andere prioriteiten te stellen waren. Ik dacht toen aan behoud van Apaches. Nu komt daar uitbreiding van de transportcapaciteit bij, want ook al komen er drie Chinooks extra, overeind blijft dat er volgens het verlanglijstje eigenlijk twintig Chinooks nodig zijn. Die 57 mln. zou dus ook op een andere manier kunnen worden ingezet. Ik heb daarbij ook nog de vraag of afgevuurde kruisvluchtwapens tot de materiële verliezen zullen worden gerekend. Een specifiek kenmerk van kruisvluchtwapens is immers dat ze maar één keer kunnen worden ingezet. Is het de bedoeling dat wij langzaam interen op de voorraad kruisvluchtwapens? Of worden ingezette kruisvluchtwapens vervangen, zodat de voorraad op peil blijft? Wat is precies de bedoeling van de minister en hoe wordt het in het laatste geval gefinancierd?
Vorige week maandag heb ik tijdens het begrotingsoverleg gepleit voor een voorziening voor materiële verliezen. Ik ben blij dat er klaarblijkelijk een akkoord in de maak is tussen minister Kamp en minister Zalm, twee VVD-ministers, maar dat laat ik nu verder buiten beschouwing, waarbij er buiten de defensiebegroting om, extra geld beschikbaar komt voor de vervanging van de twee verloren gegane Chinooks. Echter, een voorziening is iets anders dan een eenmalige tegemoetkoming. Er zal in de toekomst waarschijnlijk veel vaker materieel verloren gaan. Het lijkt mijn fractie noodzakelijk om een structurele voorziening te creëren voor verloren gegaan materieel van defensie. Wij willen zo'n voorziening buiten de defensiebegroting plaatsen. Graag krijg ik hierop een reactie van de bewindslieden.
Reacties op 'Bijdrage debat Begroting Defensie 2006'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.