Bijdrage Esmé Wiegman aan het voortgezet algemeen overleg Grondstoffen en afval

donderdag 12 april 2012 00:00

Voortgezet Algemeen Overleg van ChristenUnie Tweede Kamerlid Esmé Wiegman- van Meppelen Scheppink met staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu

Onderwerp:   VAO Grondstoffen en afval (AO d.d. 27/03)

Kamerstuk:   30 872

Datum:            12 april 2012

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. De ChristenUnie concludeert na het debat en de brief van dinsdag dat de staatssecretaris niet ingaat op de conclusies van de eigen inspectie over de onbetrouwbaarheid van de recyclingcijfers voor kunststof. Wat als de inspectie in 2014 weer vergelijkbare conclusies trekt? Ook trekt de staatssecretaris conclusies uit rapporten die wetenschappelijk gezien niet mogen worden getrokken. Ten slotte komt de staatssecretaris onvoldoende tegemoet aan de randvoorwaarden voor afschaffing van statiegeld. Statiegeld is geen doel op zich, maar je moet een goed systeem niet afschaffen als er onvoldoende garanties zijn dat het alternatief betere resultaten levert. Vandaar de volgende drie moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de kostenvergelijking statiegeld versus plastic hero uitgaat van strijdige aannames, niet is gebeurd in een integrale studie op basis van dezelfde meetlat en er nog geen peer reviews en externe beoordeling heeft plaatsgevonden van het rapport van de Wageningen Universiteit (WUR);

overwegende dat de meest recente kostenanalyse van de WUR laat zien dat de onzekerheid over de kosten en opbrengsten zeer groot is en afhankelijk is van aannames;

verzoekt de regering, voor de aangekondigde tussenevaluatie de Kamer een onafhankelijke integrale vergelijkende kosten-opbrengsten en milieurendementanalyse te sturen inclusief de gevolgen voor het zwerfafval van de scenario's (1) afschaffen statiegeld, (2) uitbreiden statiegeld, (3) optimalisatie van huidige situatie met plastic hero en statiegeld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink en Dikkers. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 91 (30872).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat uit de rapportage van de Inspectie Leefomgeving en Transport blijkt dat de data uit de monitoringsrapportage van het verpakkend bedrijfsleven over 2010 niet bruikbaar zijn om representatieve hergebruikpercentages voor kunststof mee te berekenen;

overwegende dat betrouwbare informatie over gerecyclede volumes en over de totale milieubelasting van de betrokken verpakkingen nodig is om een eventuele afname of toename van de maatschappelijke kosten te kunnen beoordelen;

verzoekt de regering, het verpakkingenakkoord zodanig aan te passen dat het bedrijfsleven voor alle verpakkingen die zij op de markt brengt betrouwbare cijfers moet rapporteren over de omvang en de milieudruk van de op de markt gebrachte, ingezamelde en gerecyclede verpakkingen, vergeleken met 1 januari 2012, alsmede deze cijfers voorafgaand aan de informatievoorziening naar de Kamer jaarlijks te laten toetsen door de Inspectie Leefomgeving en Transport en de Kamer van de bevindingen van de inspectie op de hoogte te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink en Dikkers. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 92 (30872).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering uitgaat van een substantiële toename in het hergebruik van kunststof verpakkingsafval (exclusief statiegeld) ten opzichte van 2010, terwijl gemeenten toen nog maar net waren gestart met de gescheiden inzameling van kunststoffen;

verzoekt de regering, de term "substantieel" nader te kwantificeren door in het verpakkingenakkoord vast te leggen dat:

- de totale hoeveelheid gerecyclede kunststof verpakkingsafval in 2013 en 2014 ten minste voldoet aan de in het onderhandelakkoord opgenomen percentages (43% en 44%);

- de hoeveelheid niet-gerecyclede kunststof verpakkingsafval uit het huishoudelijk restafval in 2013 ten minste 20% lager is dan in 2011 en in 2014 ten minste 20% lager is dan in 2012;

- in 2014 ten minste de helft van het te verwachten verlies aan milieuwinst door eventuele afschaffing van het statiegeldsysteem op 1 januari 2015 reeds is gecompenseerd door extra recycling van kunststof verpakkingsafval, en voldoende zekerheid bestaat over volledige compensatie in de daaropvolgende jaren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 93 (30872).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2012 > april