Bijdrage Ed Anker debat Vreemdelingenbewaring

woensdag 13 januari 2010 10:00

De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Wij hebben het vandaag over de lelijkste kant van het vreemdelingenbeleid. Ik ondersteun van harte de inspanningen die worden gedaan en die we nog voor het kerstreces hebben besproken om de asielprocedures te verbeteren en om een goede opvang te leveren. Dat is allemaal een goede zaak. Vreemdelingenbewaring is niet mooi en het is niet iets om trots op te zijn dat het soms nodig is. Ik vind het echt een paardenmiddel. Het is een paardenmiddel omdat we mensen hun vrijheid ontnemen, en dat vinden we in dit land erg kostbaar. We ontnemen hen de vrijheid, terwijl ze geen strafbaar feit hebben gepleegd. Dat kan dus in sommige gevallen, daar hebben we ook de wettelijke ruimte voor gecreëerd en daar is Nederland ook niet het enige land in. Je moet daar echter erg terughoudend mee omgaan. Het blijft erg onproportioneel om iemand op te sluiten die niets anders heeft gedaan dan dat hij in Nederland is zonder dat hij hier mag zijn. Zo plat wordt het vaak gezegd, en zo plat is het soms ook. Het is niet proportioneel en daarom moet je je er principieel zorgen over maken en daarom moet je er terughoudend mee omgaan. Ondanks dat het regime anders is dan in een gemiddelde gevangenis, is het nog steeds een gevangenis. Dat zegt de staatssecretaris ook in haar beantwoording in de vele vragen en brieven die we vandaag bespreken. Het blijft gewoon wel een regime dat wij in verband brengen met een gevangenis. Daar reageren mensen op soortgelijke manier op. Mensen voelen zich opgesloten, mensen vrezen de vreemdelingenbewaring en mensen willen het liefst ook zo snel mogelijk weer uit de vreemdelingenbewaring. Het liefst natuurlijk met een ticket voor het land van herkomst, maar soms moeten ze nog een bepaalde procedure afmaken of blijkt dat ze niet terug kunnen. Ze hebben dan soms al maandenlang in de vreemdelingenbewaring gezeten. Ik heb niet een hele serie cijfers over de bejegening in vreemdelingendetentie, maar daar krijgen we af en toe wel vervelende verhalen over te horen. Dat is al van toen ik nog in de gemeenteraad zat in Zaanstad. Daar liggen een aantal detentiepontons in de Isaac Baarthaven in de prachtige, pittoreske Achtersluispolder. Dat is een duurzaam bedrijventerrein, maar daar gaat het niet om. Een van de klachten is dat de detentiecentra nogal vaak uit de loop liggen; dat geldt ook in de Zaanstreek. Daar wonen niet heel erg veel mensen in de buurt. Daarmee is het dus ook niet heel erg goed bereikbaar voor bezoekers. Destijds waren er klachten van een journalist die intern was gegaan in de vreemdelingenbewaring. Het zijn incidenten, maar die incidenten komen wel vaak voor. Ik hoor wel persoonlijke verhalen van mensen die zo hardhandig zijn aangepakt binnen een vreemdelingenbewaring dat er misschien een situatie van paniek is ontstaan of dat mensen angstig worden in een detentiecentrum. Er vinden dus incidenten plaats die vervelende, soms ook fysieke, gevolgen hebben. Dat moeten we niet doen. Ik lees in alles wat de staatssecretaris zegt dat dat absoluut niet de bedoeling is en dat de bejegening binnen de hele vreemdelingenketen een belangrijk aandachtspunt is. We moeten wel blijven onderstrepen dat in de hele vreemdelingenketen die wij hier in Nederland hebben een cultuur heerst dat we met respect omgaan met de mensen die hier zijn. Zeker in vreemdelingendetentie, waar mensen in een zwaarder regime zitten dan dat zij misschien wel verdienen. Dit gezegd hebbende kom ik op vier dingen. Allereerst moet het uitgangspunt zijn dat wij zo min mogelijk vreemdelingenbewaring toepassen. Dankzij de vragen die mijn collega's hebben gesteld is gekeken naar de alternatieven in de landen om ons heen. Het zou mij een lief ding waard zijn als we veel meer gaan zoeken naar alternatieven voor vreemdelingenbewaring. Ik kom daarmee op een concrete vraag. Volgens de brieven wordt telkens getoetst of vreemdelingenbewaring moet worden toegepast. Ik vraag me af hoe die toets eruit ziet. Ik krijg vaak het idee dat het een automatisme is. Er wordt een illegaal aangetroffen, of iemand is aan het einde van zijn procedure, en dus wacht de vreemdelingenbewaring. Zo werkt het heel vaak. Wordt er gekeken welke figuur het is die in detentie terechtkomt, bijvoorbeeld of het iemand is van wie we inderdaad moeten vrezen dat hij kopje onder gaat in de criminele illegaliteit? Is het iemand die van het ene onderduikadres naar het andere gaat? Is het iemand die zich nog aan het beraden is over hoe nu verder? Is het iemand bij wie we kunnen werken aan terugkeer of nog andere dingen kunnen proberen? Hoe ziet die toets eruit? Welke mogelijkheden hebben we vervolgens binnen die toets? Kunnen we dan zeggen dat voor de een wel vreemdelingendetentie zal volgen en voor de ander niet? De PvdA heeft de concrete vraag gesteld over elektronische detentie of elektronisch volgen. Daar antwoord de staatssecretaris op dat het een instrument is om gedetineerden zo veel mogelijk bewegingsvrijheid te geven en dat dat niet de bedoeling kan zijn van bewaring. Voor deze categorie mensen zou je volgens mij het uitgangspunt moeten nemen dat we ze zo min mogelijk vrijheid ontnemen, maar dat we ze wel beschikbaar houden voor terugkeer. Daar is de vreemdelingenbewaring juist voor bedacht. Wij horen verhalen van mensen die heel erg lang in vreemdelingenbewaring zitten. Ik was altijd in de veronderstelling dat er een grens was van een half jaar en dat na dat half jaar vreemdelingenbewaring gekeken moet worden of ermee verder wordt gegaan. Wij horen echter nog steeds verhalen over heel lange termijnen en die termijn lijkt ongelimiteerd. Er wordt binnen de vreemdelingenbewaring gewerkt aan terugkeer. Maar komt er ook niet een moment binnen de vreemdelingenbewaring dat je je moet afvragen of het nog zin heeft? Is het nog proportioneel deze persoon nog zo lang binnen de muren te houden? Mijn laatste punt betreft de jongeren. Het is altijd het uitgangspunt geweest van deze staatssecretaris om geen kinderen in de cel te hebben en ook niet in de vreemdelingenbewaring. Wanneer het gaat om opvang voor gezinnen dan zijn er wel dingen mogelijk. Wij horen nog steeds verhalen over kinderen en jongeren die op een vervelende manier in vreemdelingenbewaring zitten. Wat is op dat punt mogelijk? Is het altijd nodig dat die kinderen en gezinnen er op die manier zitten of kan dat op een betere manier worden gedaan? Een heel specifieke categorie daarin zijn de amv's, die heel erg kwetsbaar zijn als het gaat om mensenhandel. We willen niet dat de kinderen die wij hier even opvang bieden vervolgens opgehaald worden door iemand en dan op de meest vreselijke plaatsen weer opduiken. Dat is een vorm van beschermde opvang, dat gebeurt nu nog veel via justitiële jeugdinrichtingen. Ik weet wel dat er cijfers over zijn, maar is het nog steeds noodzakelijk om dat in de justitiële jeugdinrichtingen te doen?

Labels
Bijdragen
Ed Anker

« Terug

Archief > 2010 > januari