AO evaluatie Flora- en Faunawet

donderdag 10 april 2003 15:41

Algemeen Overleg met minister Veerman over de evaluatie Flora- en Faunawet dd. 10 april 2003

Woordvoerder Arie Slob


Voorzitter,

Na een decennium als Kamer gewerkt te hebben aan de totstandkoming van de Flora- en Faunawet is vorig jaar, door middel van een aantal moties, een aanzet gegeven tot een ingrijpende wijziging van de wet. Wat mijn fractie betreft kwamen deze moties op zijn minst te vroeg omdat de wet nog geen jaar in werking was getreden en door de opstartproblemen bij de provincies zelfs nog niet behoorlijk in praktijk was gebracht.
De moties zijn aangenomen en dan is het niet meer dan normaal dat een minister een poging onderneemt ze uit te voeren. Dit neemt niet weg dat we enkele kritische vragen en opmerkingen hebben in de richting van de minister.

Vooruitlopend op de opneming van de vos op de landelijke vrijstellingslijst, waarvoor een wetswijziging noodzakelijk is, heeft de minister het mogelijk gemaakt (via een ministeriële regeling) dat provincies personen kunnen aanwijzen die vossen mogen doden. Verschillende provincies hebben inmiddels al van de mogelijkheid gebruik gemaakt, waardoor er nu op het hele provinciale grondgebied door alle jagers, het hele jaar op vossen gejaagd kan worden. Mijn vraag aan de minister daarbij is hoe hiermee nog de relatie gelegd kan worden met het doel ‘bestrijding van de schade’ als iedere grondgebruiker mag gaan schieten?

Hetzelfde geldt voor de kraaiachtigen. Die zijn onder de bescherming van de FF-wet gebracht zodat er ook inzicht kon komen in de omvang en plaats van de schade die ze aanrichten. Nu zijn ze, zonder dat er schadecijfers zijn, weer te bestrijden, zodat er ook geen inzicht in de omvang zal komen. Zo blijf je in een cirkeltje ronddraaien. De boeren hebben zelf ook baat bij een goed inzicht daarin. Wanneer je de dieren gericht kan bestrijden kan er waarschijnlijk meer schade worden voorkomen dan nu het geval is, bovendien kun je dan de schade die er toch nog is, verhalen bij het Faunafonds. Wanneer de vogel vrij bejaagbaar is en er treedt desondanks toch schade op, kun je dat niet verhalen bij het Faunafonds, omdat die dan zal zeggen dat je de middelen hebt om de schade te voorkomen en er dus voor hun geen grondslag ligt om je te vergoeden.

Als ik het goed begrijp is de minister inmiddels bezig met de voorbereiding van een wetswijziging ter uitvoering van de motie van den Brink om jacht in Vogelrichtlijngebieden en andere natuurgebieden weer toe te staan. Betekent dit dat er inmiddels duidelijkheid is over de houdbaarheid van deze motie in het licht van internationaal-rechtelijke regels? Kan de minister de huidige stand van zaken toelichten?

Voorzitter. Het geharrewar rond de Flora- en Faunwet doet in zeker opzicht denken aan de voortdurende discussie en polarisatie rond het dossier van de gewasbeschermingsmiddelen. Aan de ene kant de ‘bad guys’ de boeren en de jagers en de andere kant de ‘good guys’ de DierenBescherming en natuurorganisaties. Of net andersom, het is maar vanuit welk standpunt je het bekijkt. Net zo min als bij de gewasbeschermingsmiddelen kan deze polarisatie tot een vruchtbaar resultaat leiden.
Ik zou graag zien dat, met inachtneming van de uitgangspunten van de wet, er structureel overleg plaatsvindt tussen enerzijds boeren/jagers en anderzijds de dieren- en natuurbeschermingsorganisaties. Beide zijden hebben toch baat bij een adequaat inzicht in de omvang van de schade en de relatie met het vóórkomen van bepaalde dieren.
Er is het afgelopen jaar al flink gebruik gemaakt van ontheffingen om dieren te doden terwijl er tegelijkertijd ook een aardig geldbedrag is uitgekeerd aan schadevergoeding. Dit kán er op duiden dat afschot niet altijd even effectief is voor het bestrijden van schade. Het is nu niet mogelijk om op basis van de gegevens van het Faunafonds te zien hoeveel dieren er zijn gedood en wat de relatie is met de uitgekeerde schadevergoedingen. We zouden graag zien dat er overzichten beschikbaar komen waaruit een duidelijke relatie gelegd kan worden tussen de schadegegevens en het aantal gedode dieren. Dit is in ieders belang. Als daar een duidelijke positieve correlatie blijkt te bestaan dan versterkt dat de grond onder de verschillende ontheffingen en vrijstellingen alleen maar.
Tegelijkertijd kan dan, wanneer blijkt dat afschot op sommige dieren en plaatsen niet effectief is, gezocht worden naar alternatieven die wél effectief zijn. Het gezamenlijk nadenken en overleggen over de beste (=meest effectieve) vorm van schadebestrijding kan structureel vorm krijgen via het Faunafonds, waarin de verschillende groepen zijn vertegenwoordigd. Graag een reactie van de minister.

Ontwikkeling van alternatieven voor doden komt niet van de grond. Dit is wel onlosmakelijk met de wet verbonden. In vele artikelen staat dat pas tot afschot kan worden overgegaan nadat (alle) alternatieve methoden zijn beproefd. Dit ook weer vanuit de gedachte van intrinsieke waarde.

Punt van zorg:
Brief van de grote natuurbeschermingsorganisaties als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten etc. Die geven aan dat bij uitvoering van de moties de bevoegdheden en taakomvang van de FBE’s zodanig zijn uitgehold dat ze zich op hun positie in die FBE’s willen beraden. Wanneer deze clubs niet meer meedoen is het hele systeem van Beheerseenheden en beheerplannen definitief op de helling. Reactie van de minister.

Ten aanzien van de BOA’s (van belang ivm bestrijding stroperij): uitbreiding bevoegdheden en aantallen personen. Ik heb een vraag over de taakopdracht van de BOA’s. Naar wij weten voert bijv. de enige AID-er die in Gelderland actief is alleen controle uit op reguliere jagers en houdt hij zich verre van alles wat met stroperij te maken heeft. Klopt dit? Zo ja, hoe gaat dan de stroperij aangepakt worden? De politie blijkt in de praktijk nog steeds zeer weinig prioriteit te geven aan veldpolitie-achtige taken.Als dat zo is, dan is er mogelijk maar één oplossing: de oprichting en in werking houden van veldpolitie-eenheden bij de korpschefs afdwingen. Wilt u daarover dan in gesprek gaan met uw collega van Binnenlandse Zaken.

Decentralisatie is voor het maatwerk, daar staan wij achter, maar het is wel goed dat de provincies, om een beetje zicht te houden op uniformiteit in de uitvoering inzage geven in de besluitvorming en de achterliggende overwegingen. Daar is nu weinig tot geen sprake van. Kan er niet aangedrongen worden op publicatie van de ontheffingen op internet, met alle daarbij behorende overwegingen, ook die van het Faunafonds? (alleen de provincie Brabant schijnt dit te doen).
Labels
Arie Slob
Fractie

« Terug

Reacties op 'AO evaluatie Flora- en Faunawet'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2003 > april