Column Friesch Dagblad

zaterdag 12 april 2003 23:14

Deze column is verschenen in het Friesch Dagblad

Voor het land is het niet goed dat er niet geregeerd wordt. Zolang de formatie bezig is en de ministers demissionair zijn, mogen ze geen politiek omstreden besluiten nemen. Dat betekent dat belangrijke zaken vooruit geschoven worden en dat het ontwikkelen van beleid op een laag pitje staat.

Voor het land is het niet goed dat er niet geregeerd wordt. Zolang de formatie bezig is en de ministers demissionair zijn, mogen ze geen politiek omstreden besluiten nemen. Dat betekent dat belangrijke zaken vooruit geschoven worden en dat het ontwikkelen van beleid op een laag pitje staat.
Ik vind het een ervaring dat sommige ministers en staatssecretarissen op dinsdag tussen de ‘gewone’ Kamerleden op de blauwe stoelen zitten. Zij stonden op de lijst voor hun partij en zijn nu zowel Kamerlid als minister, tot het nieuwe kabinet er is. Dan nemen sommige bewindslieden afscheid van het Kamerlidmaatschap terwijl anderen weer fulltime Kamerlid worden omdat er voor hen dit keer geen ministerspost inzit. Maar tijdens de formatie weet niemand hoe het precies komt. Vandaar de dubbele petten.
De ChristenUnie heeft deze regeringsperiode een plaats in de VVD taartpunt van de Tweede Kamer gekregen. Achter mij zitten nog een paar verdwaalde CDA ers, maar verder ben ik omringd door fractieleden van de VVD. De ministers Kamp, Remkes en Hoogervorst zitten in de rij voor mij. Maria van der Hoeven zit vlak achter mij.
Laatst moest er over een motie gestemd worden die lag op het terrein van staatssecretaris Wijn. Er onstond wat commotie want de staatssecretaris zat niet, zoals gebruikelijk is, in het regeringsvak, vak K. Waar was de staatssecretaris? Hij zat als Kamerlid op zijn plek in de Kamer en daar wilde hij eigenlijk blijven zitten om mee te stemmen over de motie.
Het werk in de Tweede Kamer is rustiger dan normaal, dat betekent voor mij wat meer tijd om mijn e-mails eens goed bij te werken en enige orde te scheppen in mijn opbergsysteem. Ik heb nu ook de tijd om voor de volgende dag een afspraak te maken met minister Nawijn over enkele asielzaken.
Ik loop in een enorme stortbui met windvlagen naar de ingang van het ministerie van justitie, een paar straten verderop. Er zijn een aantal zaken waar ik de aandacht van de minister voor wil vragen. Ik tref hem omringd door stapels asieldossiers, hij maakt in ieder geval wel werk van de inherente afwegingsbevoegdheid en discretionaire bevoegdheid die hij heeft. Op de terugweg bedenk ik nog eens hoe goed het zou zijn wanneer er eindelijk duidelijkheid zou komen voor al die mensen die al jaren in onzekerheid leven. Bij mijn elektronische post zit bijna elke dag wel een verzoek om mij in te zetten voor mensen van wie het asielverzoek is afgewezen of voor mensen die al jaren op een uiteindelijke beslissing wachten. Soms maakt het me moedeloos, er zijn zoveel schrijnende situaties die je eigenlijk direct wel zou willen oplossen. Wat is het jammer dat er geen meerderheid in de Kamer is te vinden voor een ruimhartiger beleid voor mensen die al jaren in ons land zijn.
De demissionaire ministers nemen geen controversiële besluiten. Voor mij betekent dat een week met weinig algemene overleggen en vergaderingen. Dat is een uitzondering voor een Kamerlid van een kleine fractie. Volgende week zal ik de schade wel inhalen dan staan alweer een aantal punten op het programma. Zeker een overleg over de ontwikkelingen in Irak, een debat over de scheepvaart en de nationaliteitseis van kapiteins en een plenair debat over het associatieakkoord van de EU met Egypte. Dan is er nog iets over ontwikkelingssamenwerking en de rol van de Wereld Handels Organisatie.
Het zou toch wel mooi zijn wanneer er zicht zou komen op een nieuw kabinet. Volgens een deskundige historica heeft de formatie tot nu toe helemaal niet bovengemiddeld lang geduurd. Maar voor ons land zou het goed zijn dat problemen nu eens daadkrachtig aangepakt kunnen worden. Ook voor die bewindslieden die nu al weken tussen hoop en vrees zweven zou het goed zijn dat er duidelijkheid komt. Die onzekerheid, word ik wel of word ik niet minister, moet niet al te lang duren. Hoewel het misschien wel bijdraagt aan hun begrip voor de onzekere situatie waarin asielzoekers soms al jaren verkeren.

Deze column is verschenen in het Friesch Dagblad
Labels
Opinie
Tineke Huizinga

« Terug

Reacties op 'Column Friesch Dagblad'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2003 > april