De heer Rouvoet (ChristenUnie): Voorzitter. Ik kan mij wat de argumentatie over het standpunt inzake prostitutie in relatie tot de opheffing van het bordeelverbod en het verhaal over passende arbeid naadloos aansluiten bij de benadering van collega Van der Vlies. Ik wil zelf een uitspraak aan de Kamer voorleggen die in het verlengde van dezelfde problematiek ligt die ook al ter sprake is gekomen bij de behandeling indertijd van de opheffing van het bordeelverbod. Er is toen besproken dat het naast de legalisering nog altijd van belang is dat er bijvoorbeeld uitstapprogramma's beschikbaar komen. Dat is in een aantal overleggen daarna aan de orde gekomen.
Ik heb er indertijd al de vinger bij gelegd dat een vrouw die in de prostitutie werkzaam is geweest en die op een bepaald moment eruit wil stappen en er niets meer mee te maken wil hebben door de legalisering kan worden geconfronteerd met een aanbod van andere arbeid, bijvoorbeeld in hetzelfde bordeel of in dezelfde branche, dat als passende arbeid kan worden aangemerkt. Weigering daarvan zou dan consequenties kunnen hebben voor haar uitkering. Het kan niet de bedoeling zijn dat de overheid uitstapprogramma's aanbiedt en financiert en niet tegelijkertijd de helpende hand biedt, als iemand die ervoor kiest om deze wereld achter zich te laten wordt geconfronteerd met passende arbeid, bijvoorbeeld als schoonmaker, op de administratie of achter de bar van een bordeel en op die manier uiteindelijk door overheids-regulering wordt gedwongen om in de prostitutiesector werkzaam te blijven. Dat kan natuurlijk niet het geval zijn. Wij hebben dat toen al uitgesproken. Omdat het tot nu toe niet tot heldere besluitvorming heeft geleid over passende arbeid, dien ik een motie in.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat
- ex-prostituees, die hebben aangegeven niet langer in de prostitutiesector te willen werken, passende arbeid in dezelfde sector kan worden aangeboden;
- weigering van passende arbeid tot financiële sancties kan leiden;
- dit niet in lijn is met door de overheid gefinancierde uitstapprogramma's;
- het niet wenselijk is dat financiële redenen ertoe leiden dat mensen tegen hun zin in de prostitutiesector werkzaam blijven;
spreekt uit dat geen enkele baan in de prostitutiesector als passend mag worden aangemerkt voor ex-prostituees die niet meer in de prostitutiesector willen werken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden Rouvoet, Van der Vlies en Bruls. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 16 (28719).
Reacties op 'Bijdrage debat beleidsnotitie reïntegratiemarkt'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.