De heer Rouvoet (ChristenUnie) sluit zich grotendeels aan bij de opmerkingen van de heer Bakker. De staatssecretaris wil op een aantal zaken niet ingaan, omdat zij de wetstekst raken. Aangezien het gehele land zich bezighoudt met de invoering van de WMO doet de staatssecretaris er verstandig aan om toch iets daarover te zeggen, al ligt de wet zelf bij de Raad van State. Inmiddels worden er pogingen gedaan om een deal te sluiten over de inhoud. Het is dan merkwaardig dat de Kamer zo langzamerhand de enige is die er niet over mag praten. Voordat de implementatie aan de orde is, dient eerst de vraag beantwoord te worden of de wet kan worden ingevoerd. Niet voor niets worden er pilots gehouden. De staatssecretaris stelt dat de WMO zeker op termijn voor burgers veel zal betekenen. Wat bedoelt zij daarmee? In essentie mag er geen verschil zijn tussen AWBZ-zorg verstrekt door het Rijk of WMO-zorg verstrekt via de gemeente.
Veel nadruk wordt gelegd op de ondersteuning en activerende begeleiding. Het is lo-gischer om eerst de pilots voor complete huishoudelijke verzorging te houden. De staatsse-cretaris vraagt de Kamer om een oordeel over een deal die wordt voorgesteld door de VNG. De motie-Vietsch c.s. verwoordt het oordeel van de Kamer: alleen de enkelvoudige hulp gaat over naar de WMO en uitbreiding vindt plaats onder de voorwaarde dat de pilots dat onder-steunen. De VNG wil daar onderuit, maar een nieuwe interpretatie van de motie is niet aan de orde.
De fractie van de ChristenUnie is niet enthousiast over de knip. Zij houdt het liefst alles in de AWBZ. Als er al iets moet gebeuren, moeten in ieder geval de mogelijkheden zorgvuldig worden bekeken. Deze zorgvuldigheid is gedefinieerd met behulp van de knip. Een herhaling van de gang vanzaken bij de WVG is ongewenst. Een super-WMO vindt de heer Rouvoet ongewenst, maar wat vindt de staatssecretaris van die gedachte? Van gemeenten en zorginstanties wordt iets extra’s gevraagd, maar dat kan niet zonder voorrang te geven aan zorgvuldigheid voor alles ten opzichte van degenen die op ondersteuning en zorg zijn aangewezen.
De heer Rouvoet sluit zich aan bij de kanttekeningen van de heer Bakker bij het ene loket, dat vragen oproept over onder andere indicatiestelling en betrokkenheid van gemeenten bij aanpalende terreinen die van invloed zijn op WMO-voorzieningen. Hoe ziet de staatssecretaris die betrokkenheid van gemeenten, bijvoorbeeld bij de indicatie AWBZ, inves-teringsbeslissingen in de zorgsector en de bouw van ouderenhuisvesting door corporaties?
De heer Rouvoet sluit zich aan bij de vragen over de uitvoeringskosten en keuzevrijheid van de zorgvrager, het PGB en de keuze van de zorgaanbieders. De handreiking voor de algemene implementatie lijkt vooral uit te gaan van zorginkoop via aanbesteding. Hoe verhoudt zich dat tot echte keuzevrijheid van de zorgvragers? De staatssecretaris heeft eerder toegezegd dat zij zal bezien in hoeverre de zorgplicht kan worden opgenomen in de wet.
Het inzetten op mantelzorg is belangrijk, maar dan wel breder en substantiëler dan het kabinet nu doet. Wat is de reactie van de staatssecretaris op het advies van de RVZ dat zonder nieuw overheidsbeleid de omvang van de mantelzorg door demografische en sociaal-economische factoren zal afnemen? Met welk beleid wil de overheid dat voorkomen?
Reacties op 'Algemeen Overleg Wet maatschappelijk ondersteuning'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.