Bijdrage Esmé Wiegman AO PGO en subsidiebeleid

donderdag 03 december 2009 10:00

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Bijna een jaar geleden is de nieuwe subsidiesystematiek voor PGO’s in werking getreden. Het doel was te komen tot sterke en professionele organisaties die de belangen van cliënten in het zorgveld ondersteunen en behartigen. Een belangrijke taak, omdat de cliënten in het nieuwe zorgstelsel meer centraal moeten staan. Nu de eerste subsidieronde achter de rug is, maken we de balans op. Wat mij betreft slaat die niet positief uit. Ik baseer dat op de vele brieven en mails die ik heb gekregen, maar ook op gesprekken die ik heb gevoerd. Er is grote onzekerheid over het voortbestaan van sommige PGO’s en de koepelvorming verloopt verre van vlekkeloos, vooral in de ggzen VG-sector. Er worden zelfs subsidies verstrekt waar helemaal geen behoefte aan lijkt te bestaan. Mijn fractie heeft eerder gevraagd te waken voor het verlies aan diversiteit van organisaties, vooral waar het gaat om kleine PGO’s. Naar het zich laat aanzien worden juist deze organisaties hard getroffen. Omdat er een sterke focus ligt op projectsubsidies worden deze PGO’s afhankelijk van de goedkeuring van projectvoorstellen. Daar kun je echter geen organisatie op bouwen. Het ene jaar zou je wel kunnen draaien maar het volgende jaar weer niet, omdat er geen projecten zijn goedgekeurd. Bovendien ontbreekt bij de kleinere PGO’s de expertise om goede projectvoorstellen in te dienen. Dat zie je ook bij de nu goedgekeurde projecten. Die zijn doorgaans ingediend door de grotere, professionele organisaties. Hoe schat de minister de kans in dat kleinere PGO’s gaan verdwijnen door de nieuwe subsidiesystematiek? Wat gebeurt er dan met de, ook door de minister gewenste, diversiteit aan PGO’s? Wat gebeurt er met de empowerment van specifieke doelgroepen? Om kleinere PGO’s toe te rusten voor de nieuwe subsidiesystematiek zijn specifieke ontwikkelingssubsidies ingesteld. Voor komend jaar hebben deze PGO’s daar niet zoveel aan. Op het moment dat ze de ontwikkelingssubsidie krijgen moeten ze ook de projectvoorstellen indienen. De nieuwe subsidiesystematiek mag er niet toe leiden dat de PGO’s die het beste projectvoorstellen kunnen opstellen ook het meeste subsidie krijgen. De focus moet liggen op de activiteiten van PGO’s en niet op de manier waarop ze hun weg vinden in de bureaucratie. Deelt de minister deze mening? De koepelvorming was een van de voorwaarden van de minister. Hoe schat hij de ontwikkelingen van dit moment in en welke rol dicht hij zichzelf toe bij het vlot trekken van de koepelvorming, vooral in de ggz- en VG-sector? Volgens de ChristenUnie kan de minister niet aan de zijlijn blijven staan. Een ander aandachtspunt is de rol van de lagere bestuurslagen in de financiering van PGO’s. Het is expliciet beleid dat deze bestuurslagen ook een rol moeten krijgen. Voor zover dat al heeft plaatsgevonden, wordt het met de ingeboekte bezuinigingen een onzekere kwestie. Is de minister tevreden over de bijdrage van de overige bestuurslagen aan de PGO-structuur en hoe groot acht hij de kans dat dit de komende periode een probleem gaat worden? De projectsubsidiepot is nog niet leeg, daarom krijgt een beperkte groep PGO’s nog de kans hun projectvoorstellen te verbeteren. PGO’s die al een afwijzing op inhoudelijke relevantie hebben gekregen kunnen in deze ronde niet meer meedingen. Zij kunnen pas weer in de tweede tranche voor 2011 meedoen en dat kan wel eens te laat zijn. Ik stel voor dat de minister nog eens bekijkt welke PGO’s deze periode niet kunnen overbruggen en of hij deze PGO’s vervolgens met een overgangsmaatregel tegemoet zou kunnen komen. Daarvoor zou een deel van de projectsubsidiepot gebruikt kunnen worden. Daarnaast moet voor de start van de tweede tranche gewaarborgd zijn dat alle PGO’s voldoende op de hoogte zijn en vaardigheden hebben ontwikkeld om een goed projectvoorstel in te kunnen dienen.

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2009 > december