Bijdrage Esmé Wiegman aan het plenaire debat Verpleeghuiszorg

donderdag 16 april 2009 20:30

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Voor mij en mijn fractie levert een spoeddebat altijd een wat onbevredigend gevoel op. Het verhaal dat afgelopen dinsdag in dagblad Trouw te lezen was, hoor ik wel vaker -- te vaak -- en meestal in vertrouwen, want het word je aangerekend als je de vuile was van je organisatie buiten hangt. Om die reden hoort men van mij een bijdrage waarin ik een aantal dingen noem waarvan ik verwacht dat zij in de later dit jaar te houden discussies zullen terugkomen, ook om te kijken wat er op de korte termijn al mogelijk is.

Zomaar een aandachtspunt! De aandacht voor palliatieve zorg is de afgelopen jaren terecht flink toegenomen, maar de zorg voor dementerenden is, wat intensiteit betreft, soms vergelijkbaar met palliatieve zorg. Dementie is een ernstige invaliderende ziekte. Dat moet niet onderschat worden. Mijn inschatting is dat het nu af en toe wel onderschat wordt. Zijn de problemen, die ook deze week naar voren zijn gekomen, te wijten aan het te krappe budget of is de gesloten cultuur van het management de kern van het probleem? Zijn het toch een beetje de verpleeghuizen die de schijn ophouden dat zij toekunnen met het geld?

Ik vraag mij ook af wat de rol van de zorgzwaartepakketten hierin is. Het doel van de zorgzwaartepakketten is een rechtvaardiger verdeling van het geld uit de AWBZ-pot, maar zijn de tarieven wel toereikend vanuit het oogpunt van zorg? En ook bij mij leeft de vraag of die verpleeghuiszorg wel goed zit in die AWBZ.

Sinds een paar jaar kennen wij een norm voor verantwoorde zorg: het kwaliteitskader verantwoorde zorg. Alle verpleeghuizen hebben zich eraan gecommitteerd om deze norm te halen. Maar wat er nu gebeurt als blijkt dat deze norm niet gehaald wordt, is mij niet duidelijk. Ook de rol van de inspectie daarbij is mij niet duidelijk.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Ik heb goed geluisterd naar de eerste paar vragen die mevrouw Wiegman tijdens haar inleiding stelde. Is het tarief wel hoog genoeg? Houden de verpleeghuizen nu niet gewoon de schijn op en kunnen zij het eigenlijk niet doen? Daar ligt toch eigenlijk het antwoord van de ChristenUnie al onder, namelijk: wij denken dat het niet goed genoeg is? Wat betekent dit voor de voorstellen die deze fractie straks bij de begroting doet?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik heb hierbij het SER-advies in gedachten om te kijken welke zorg die nu nog in de AWBZ zit, eigenlijk onder de Zorgverzekeringswet zou moeten worden gebracht. Ik denk dat er zeker onderdelen in de verpleeghuiszorg zijn die daarvoor in aanmerking komen. Zo zullen wij binnenkort kijken of de revalidatiezorg naar de zorgverzekeringswet moet. En zo denk ik dat er nog wel wat elementen vanuit die verpleeghuiszorg onder de loep moeten worden genomen. Er is terecht aandacht voor het welzijn, maar is de zorg in het verpleeghuis dan niet wat ondergesneeuwd geraakt, onder al die goede bedoelingen van dat welzijn? Daar moet naar gekeken worden. Zeker weten!

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Ik herhaal mijn vraag die u niet heeft beantwoord. Als u stukken uit de AWBZ haalt en die onderbrengt in de Zorgverzekeringswet terwijl u de rest in de AWBZ laat, dan brengt gewoon wel meer geld naar de verpleeghuissector, maar dan laat u het betalen door de premiebetaler via het basispakket. Dan verwacht ik nog steeds dat u voorstellen zult doen in de begroting.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Mevrouw Van Miltenburg kent mijn verzoek om een toekomstvisie op de AWBZ. Er moet heel goed gekeken worden waar wij naartoe willen, ook met dat SER-advies in het achterhoofd. Ik hoor nu geluiden dat in een verpleeghuis nog wel eens de volgende afweging wordt gemaakt met betrekking tot de zorg voor een bepaalde patiënt. Op het moment dat een verpleeghuis kiest voor zorgverlening door een eigen verpleeghuisarts, wordt het voor dat verpleeghuis een enorm rekenwerk. Het is dan soms eenvoudiger om mensen maar weer terug te sturen naar het ziekenhuis. Dan komen daar inderdaad de kosten te liggen. Dan heb ik dus wel behoefte aan een reëel beeld. Waar is die zorg nu het beste op zijn plek met het oog op de patiënt, de cliënt die het betreft?

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Gaat de ChristenUnie nu tijdens de onderhandelingen over de begroting pleiten voor meer geld voor de AWBZ, ja of nee?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Nee, want ik weet nog niet of er nu echt structureel sprake is van een financieel probleem in de AWBZ. Zeg je: er liggen toch wel wat problemen, er moet extra geld naar de AWBZ? Of is het meer een kwestie van onderdelen in de AWBZ die eigenlijk beter onder de Wmo of de Zorgverzekeringswet kunnen worden gebracht? Daar zou ik wel eens heel goed naar willen kijken.

De heer Jan de Vries (CDA):

Voorzitter. Ik heb een punt van orde. Het wordt bijna een nuttig debat over het stelsel, over wat wij met elkaar voorstaan als het gaat om de ouderenzorg en de fundamenten voor de financiering van die ouderenzorg. Maar dit spoeddebat had toch een wat beperktere agenda. Ik vraag u toch om enigszins beperkend op te treden. Dat verzoek doe ik ook aan de collega's.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Volgens mij was er helemaal geen agenda voor vanavond. Er was een aanleiding voor een spoeddebat. Daarom wil ik hier gewoon wat punten noemen waarvan ik denk dat het goed is om daar op een later moment verder op door te gaan.

Op deze manier gebruik ik dan maar mijn spreektijd.

De voorzitter:

Iedereen kan voorstellen doen om de slechte zorg in verpleeghuizen te verbeteren. Dat is ook het onderwerp van dit spoeddebat. De staatssecretaris kan zelf bepalen waarop zij nu en eventueel in een later stadium wil ingaan.

De heer Jan de Vries (CDA):

Mevrouw Wiegman heeft een punt. Eigenlijk is er geen duidelijke agenda voor vanavond, in ieder geval niet het onderwerp zoals u dat benoemde.

De voorzitter:

Het staat op de agenda.

De heer Jan de Vries (CDA):

Het is heel verleidelijk om overal over te spreken, maar dat lijkt mij niet geëigend bij dit debat.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik zou juist willen toejuichen wat hier vanavond gebeurt. Ik vind al die voorstellen fantastisch. Zo komen we hopelijk ergens. Dit spoeddebat is aangevraagd omdat voor de derde keer in korte tijd zorgprofessionals niet meer instaan voor de kwaliteit van zorg in hun verpleeghuis. Welk punt ook wordt aangedragen en door wie dan ook om dat te verbeteren, ik kan het alleen maar toejuichen.

De voorzitter:

Ik stel voor dat wij nu niet meer debatteren over de agenda. Ik weet niet of mevrouw Sap nog een vraag heeft, anders gaat mevrouw Wiegman verder met haar betoog. Zij heeft nog enige tijd.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Ik ben blij dat mevrouw Wiegman met een open blik wil kijken naar de vraag of de middelen wel toereikend zijn om adequate zorg te kunnen verlenen. Dit verdient een compliment. Is zij ook bereid om mijn verzoek aan de staatssecretaris te steunen om een onderzoek te doen naar de verschillen tussen de instellingen?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ook ik heb behoefte aan een beter beeld van de gang van zaken. Ik weet niet of daarvoor een apart onderzoek nodig is of dat het kan meeliften met wat er al gebeurt. Maar ook ik wil graag weten wat er precies aan de hand is. Het beeld is immers ontzettend divers. Kennelijk kunnen in de geldende cultuur moeilijk problemen naar voren worden gebracht. Duidelijk moet zijn wat de kernproblemen zijn. Mijn inbreng begon ik met de vraag of er sprake is van een structureel financieel probleem of van een cultuurprobleem. Misschien dat een cultuurverandering enorm positieve effecten heeft.

De voorzitter:

Mevrouw Sap vroeg ook nog of u haar voorstel kunt ondersteunen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik ben benieuwd naar de reactie van de staatssecretaris. Is aanvullend onderzoek nodig of kan het meeliften in wat er nu al gebeurt?

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Het had even wat woorden nodig, maar ik ben blij met de steun van mevrouw Wiegman, in welke vorm dan ook. Ik vind het een doorbraak dat in ieder geval een van de coalitiepartners bereid is om alle feiten op tafel te krijgen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Zolang er geen duidelijke normen zijn over contacttijd, toezicht en niveau van deskundigheid zijn, probeert elke zorgorganisatie binnen het beschikbare budget het maximale te bereiken. Wanneer komt er meer duidelijkheid over die normen? Worden ze wel altijd gehaald? Ondertussen moet er ook rekening worden gehouden met het feit dat sommige verpleeghuizen - vooral in de Randstad - moeilijk personeel en vrijwilligers kunnen werven. Daardoor kunnen ze die normen niet halen, maar ondertussen wonen daar wel patiënten. Ik zie graag op korte termijn bemoediging en scholing van verzorgenden, een strenger toezicht op falend management en een slagvaardige inspectie. Ook is de vraag gewettigd of de medische zorg uit de AWBZ niet nog meer in de Zorgverzekeringswet terecht moet komen. Als burger kun je gewoon bij elke dokter langs, maar het CIZ bepaalt of en wanneer je de verpleeghuisarts mag zien.

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Reacties op 'Bijdrage Esmé Wiegman aan het plenaire debat Verpleeghuiszorg'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2009 > april