Algemeen Overleg Landenbeleid vluchtelingen

dinsdag 16 maart 2004 15:08

Tineke Huizinga-Heringa: V oorzitter. Inderdaad heeft de Kamer verleden week gedebatteerd over het landenbeleid. Mijn fractie heeft een aantal moties ondertekend. Zelf heb ik een motie over Noord-Irak opgesteld. Daarom concentreer ik mij in mijn bijdrage op dat land.

In het debat is het mij opgevallen dat het de minister moeite kostte om uit te spreken dat het met het door haar voorgestelde beleid mogelijk zou worden, afgewezen asielzoekers gedwongen naar Noord-Irak terug te brengen. Het antwoord van de minister was:ik hoop dat het niet zal gebeuren. Zij antwoordde ook:  ik heb de technische mogelijkheden er nog niet voor. Maar de volgende woorden kreeg zij niet over haar lippen: ja, mijn beleid leidt ertoe dat mensen gedwongen naar Noord-Irak terug zouden moeten kunnen worden gestuurd, ook al zegt de UNHCR dat zelfs vrijwillige terugkeer naar Noord-Irak niet verstandig is.
Dit roept bij mijn fractie de angst op dat wij teruggaan naar de situatie die gold onder de oude Vreemdelingenwet. Die situatie heeft geleid tot grote groepen afgewezen asielzoekers die in Nederland bleven. Er was dus een ferm beleid zonder uitzonderingen en zonder vertrekmoratorium. Het beleid kwam erop neer dat afgewezen asielzoekers gewoon terug konden. Als het erop aan kwam, was onder de oude Vreemdelingenwet de regering vaak bang om de afgewezen asielzoekers toch met meer drang terug te sturen.
Het ferme beleid had immers een afschrikwekkend doel. Uiteindelijk ontbrak echter de innerlijke overtuiging dat de afgewezen asielzoekers inderdaad naar hun landen terug konden. Zoiets meende ik in het afgelopen debat ook bij deze minister te constateren. Vandaar de volgende motie.
 
Motie
 
De Kamer,
 
gehoord de beraadslaging,
 
overwegende dat het kabinet voornemens is het besluit- en vertrekmoratorium inzake Noord-Irak te beëindigen;
overwegende dat sinds de verdrijving van Saddam Hoessein en in het licht van de wederopbouw van Irak, aan de defacto scheiding van het Koerdische deel van de rest van Irak een einde is gekomen;
overwegende dat, nu aan die defacto scheiding een einde is gekomen, de grond is ontvallen om de veiligheidssituatie in Midden- en Zuid-Irak los te zien van de veiligheidssituatie in Noord-Irak;
 
constaterende dat de UNHCR voor Irak als geheel zelfs vrijwillige terugkeer afraadt;
 
van oordeel dat terugkeer naar Irak op dit moment, gelet op de algehele situatie aldaar, moet worden gekwalificeerd als onveilig;
verzoekt de regering, in elk geval tot na de voorziene machtsoverdracht in de loop van 2004 aan de Irakezen, voor geheel Irak niet over te gaan tot (gedwongen) uitzetting en de diverse mogelijkheden die de Vreemdelingenwet biedt, daartoe te benutten,
 
en gaat over tot de orde van de dag.
 
De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden Huizinga-Heringa, De Wit, Klaas de Vries, Van der Staaij en Vos. Zij krijgt nr. 800 (19637).
Labels
Bijdragen
Godsdienst en mensenrechten

« Terug

Reacties op 'Algemeen Overleg Landenbeleid vluchtelingen'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2004 > maart