Bijdrage Esmé Wiegman aan het algemeen overleg Grondstoffen en afval

woensdag 07 maart 2012 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink met de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu in een algemeen overleg met staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu.

Onderwerp:   Grondstoffen en afval

Kamerstuk:   30 872

Datum:            7 maart 2012

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. De ambities in de afvalbrief zijn mooi, maar zonder nieuwe maatregelen gaan we ze niet halen. De ChristenUnie hoopte dat een akkoord over de verpakkingen wel deze concrete maatregelen zou bevatten, maar helaas. Het nieuwe bekostigingsstelsel van de producenten voor de gemeenten moet zelfs nog worden uitgewerkt. Hiervoor zijn maar liefst drie onderzoeken nodig. Hoe is het mogelijk dat het er na al die maanden overleg niet is? Kan het nu allemaal voor 1 januari wel klaar zijn? De VNG is wat betreft het statiegeld ook niet akkoord. Eerst moeten er afrekenbare doelen komen, waarna pas in 2015 een besluit volgt. Hoe zit het met het private deel van de afvalmarkt? Hierop is meer transparantie nodig, bijvoorbeeld via certificering. Zo heb ik nog veel meer vragen, maar gezien de beperkte spreektijd zal ik mij moeten beperken tot een paar punten. De ChristenUnie wil wel geconcludeerd hebben dat er nog geen akkoord is. Er zijn alleen een paar velletjes papier die zeer geschikt zijn voor recycling.

De kosten van gemeenten voor het opruimen van zwerfafval zijn tien keer zo hoog als de 20 mln. die gemeenten nu gaan krijgen. Waarom eist de staatssecretaris niet dat de producenten 100% betalen? Dat versta ik tenminste onder producentenverantwoordelijkheid. Per uur belanden er bijna 6000 flesjes op straat ; de staatssecretaris heeft misschien de foto's van de actie van de ChristenUnie vorige week gezien. Wat doet de staatssecretaris daaraan?

Het klinkt mooi dat de ambitie is om niet 42% maar 52% van het kunststof te hergebruiken in 2022, maar in de afvalbrief en de grondstoffennotitie is de ambitie voor het gehele hui shoudelijke afval 65% in 2015. Hoe gaat de staatssecretaris dit doel halen? Waarom is er geen kwantitatieve doelstelling voor afvalpreventie? Is er al een saneringsplan voor de overcapaciteit van verbrandingsovens en stortplaatsen of gaat de staatssecretaris nog meer afval uit Italië hierheen slepen? Waarom wordt in de afvalbrief geen onderscheid gemaakt tussen recycling en nuttige toepassing? Of blijft de staatssecretaris liever ergens halverwege de Ladder van Lansink hangen bij verbrandingsovens die ook nog wat energie leveren in plaats van dat er echte duurzame recycling plaatsvindt? De ChristenUnie zou graag een recyclinginnovatieagenda willen ontvangen. Door de lage prijzen, mede veroorzaakt door deze staatssecretaris, die de stortbelasting heeft verlaagd, is het voor gemeenten erg verleidelijk om te kiezen voor storten en verbranden. Hoezo afvalambities?

Vorig jaar heeft de ChristenUnie een motie ingediend om de cijfers van de kunststofinzameling eindelijk betrouwbaar te krijgen. We zouden in het najaar van de staatssecretaris horen, maar de Kamer heeft de resultaten over 2010 nog niet ontvangen. Ik heb begrepen dat deze al vier maanden op het bureau van de staatssecretaris moeten liggen. De VROM-Inspectie geeft aan dat de kwaliteit van de data verbeterd kan worden. Hierover vindt nog overleg plaats. Hoe kunnen we een akkoord sluiten of akkoord gaan met plannen van de staatssecretaris als we die informatie nog niet hebben? We weten niet eens of de inzameling van verpakkingen zo succesvol is als wordt beweerd. Waarom stuurt de staatssecretaris de cijfers van de inspectie niet gewoon aan de Kamer?

Bronscheiding wordt de norm, maar voor kunststof maakt de staatssecretar is direct een uitzondering. Gemeenten mogen overgaan op nascheiding, mits de hoeveelheid hergebruik niet terugvalt. De prestaties van gemeenten lopen echter sterk uiteen. Hierdoor worden gemeenten beloond die nog nauwelijks presteren met de inzameling van kunststof, want voor hen kan nascheiding voldoende zijn terwijl de resultaten van bronscheiding toch echt veel beter zijn. In de zomer van 2011 was er al een concept van het feitenrapport over nascheiding. Waarom is dit onderzoek nog niet aan de Kamer gestuurd?

In tegenstelling tot wat de VVD beweert, heeft statiegeld helemaal niets met nostalgie, selectiviteit of progressiviteit te maken. Het simpele feit is dat er voor statiegeld wel duidelijke cijfers zijn. Die zijn goed, die zijn super, die zijn onovertroffen. 95% van de grote petflessen wordt ingezameld. Toch willen de staatssecretaris en de VVD hiervan af. De staatssecretaris stelt nog wel wat voorwaarden. Zo mag het milieurendement en het aantal hergebruikte kilotonnen niet achteruitgaan, maar daarmee worden appels en peren vergeleken. Immers, er is meer plastic dan alleen flessen. Deze voorwaarde wordt daarom met gemak gehaald, zelfs als een groot aandeel van de flessen straks weer in het zwerfafval of in de vuilverbranding terechtkomt. De cijfertrucs van de staatssecretaris en van de VVD winnen het hier van het beste milieurendement. Het milieurendement van statiegeld is namelijk onovertroffen. Daarom vraag ik de staatssecretaris wanneer hij nu eens onvoorwaardelijk kiest voor het beste milieuresultaat, net als Aldi en, naar ik inmiddels heb vernomen, Lidl. Die bedrijven hebben daar ook brieven over geschreven. Met minder moeten we gewoon geen genoegen nemen.

Producentenverantwoordelijkheid geldt voor alle verpakkingen. Ook voor drankenkartons, aluminium en blik moeten producenten de inzameling organiseren om de doelstelling van 65% recycling mogelijk te maken. Waarom eist de staatssecretaris niet dat drankkartons voortaan gescheiden worden ingezameld? Dat kan bijvoorbeeld samen met het plastic. Datzelfde geldt voor piepschuim.

De heer Leegte (VVD): De ChristenUnie zegt dat die flessen tot meer zwerfafval leiden. Ik vraag mij af in wat voor wereld de ChristenUnie leeft. Je gaat naar de Albert Heijn, je koopt een literfles of een anderhalveliterfles cola en je drinkt die thuis op. Zijn er dan mensen die vervolgens de straat op hollen om de fles weg te gooien en de deur weer dichtdoen? Het is toch een onwaarschijnlijk scenario dat dit tot zwerfafval zou leiden. Het gaat hierbij om thuisconsumptie. Je vindt daar thuis een oplossing voor.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Het is jammer dat de heer Leegte vorige week niet aanwezig was op het Plein om even een blik te kunnen werpen op de hoeveelheid kleine petflesjes die per uur in het zwerfafval verdwijnen. Een simpele blik naar buiten leert ons dat je tussen het zwerfafval inderdaad niet de grote petflessen aantreft. Immers, daarvoor gelden die fantastische inzamelresultaten van 95%. Mensen zijn wel gek om die grote flessen zomaar achteloos weg te gooien, want dat afval heeft waarde. Die gaan ze verzilveren. Daarom zijn mensen ook zo gemotiveerd en is er zo'n groot draagvlak voor de statiegeldregeling: het is interessant om die flessen terug te brengen. Dat geldt voor blikjes en kleine petflesjes niet. Die zie je terug in het zwerfafval. Heel simpel en logisch redenerend moet je dan niet tot de conclusie komen dat we een streep door de statiegeldregeling zetten en stoppen met de inzameling van grote petflessen. Omdat de statiegeldregeling zo succesvol en onovertroffen is en omdat zwerfafval een grote ergernis is, ook voor al die VVD-kiezers, is er alle reden om de statiegeldregeling uit te breiden, zodat mensen die nu toch al naar de supermarkt gaan en hun grote flessen inleveren, daar ook naartoe gaan met hun kleine petflesjes en blikjes.

De heer Leegte (VVD): Blikjes worden in dezelfde mate gerecycled als petflessen. Ik moet denken aan Mattheüs 16:2: Wanneer de avond valt, zegt u: Morgen mooi weer, want de hemel kleurt rood. En 's ochtends: Storm op til, want het rood aan de hemel is dreigend. De aanblik van de hemel weet u wel te duiden, en de tekenen van de tijd niet? De ChristenUnie kijkt niet verder dan naar wat zij wil zien en niet naar wat zij niet wil zien. Het zijn gelegenheidsargumenten en zaken lopen door elkaar heen. Wij zijn voor politiek leiderschap. Je moet een oplossing vinden voor echte problemen. Daartoe roep ik de ChristenUnie op.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Dat zijn mooie Bijbelverzen waar ik van harte amen op zeg, maar echt politiek leiderschap is gebaseerd op feiten. Wat ik absoluut niet begrijp, is dat de VVD al tot conclusies komt zonder dat er belangrijke rapporten aan de Kamer zijn gestuurd. Daardoor heeft zij niet volledig zicht op de cijfers. De cijfers die wel bekend zijn, zijn de succesvolle cijfers over de inzameling van de grote petflessen. Ongeacht of het avond of morgen is, mijn visie is zeer helder en consistent. Ik zou toch hopen dat de VVD die ook overneemt.

De heer Leegte (VVD): Maar de sector vraagt om verantwoordelijkheid voor het percentage. Geef de sector dan ook het vertrouwen!

De voorzitter: Mijnheer Leegte, dit gaan we echt niet doen. U stelt een vraag en een vervolgvraag. We gaan niet nogmaals interrumperen.

Mevrouw Van der Werf (CDA): De ChristenUnie wil graag uitgaan van de feiten. Uitbreiding van het stati egeldsysteem zou betekenen dat je in kiosken, Brunawinkels en alle andere verkooppunten van flesjes -- dat zijn er gigantisch veel -- eerst statiegeld moet innen en dan moet het ook nog worden weggebracht. Tot welke lasten zou dat leiden? Aangezien mevrouw Wiegman van op feiten gebaseerde gegevens houdt, neem ik aan dat zij inmiddels weet tot welke extra lasten en dus doorberekening aan de consument een dergelijk systeem zou leiden.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): De Kamer heeft nog niet alle gegevens. Ook is de tijd nu te beperkt om de enorme cijferbrij over tafel te krijgen. De Kamer zou een paar uitgangspunten moeten formuleren. De producentenverantwoordelijkheid is bijvoorbeeld een heel belangrijk punt. Er worden nu wijzigingsvoor stellen gedaan die heel grote gevolgen hebben voor de infrastructuur. Wanneer je een streep zet door statiegeld, vraagt dat ook wat van de logistiek van de huidige Plastic Heroesbakken en de organisatie daarachter. Als ik nu zie hoe er geschoven wordt met bedragen en wat er uiteindelijk overblijft van de producentenverantwoordelijkheid, zie ik best de financiële vraag hoe de uitbreiding van de statiegeldregeling moet worden georganiseerd, maar ik weet zeker dat we daar op een heel goede manier uit kunnen komen met het beschikbare geld. De simpele reden daarvoor is dat we de statiegeldinfrastructuur reeds hebben. Daar kun je gebruik van maken in plaats van dat je het hele systeem omgooit. Daar heb ik alle vertrouwen in. Als ik dan zie met welk zwerfvuilprobleem we nog steeds opgescheept zitten in Nederland en hoeveel geld gemeenten ervoor beschikbaar hebben om dat op te ruimen, is dat verre van toereikend. Gezien het succes van de huidige statiegeldregeling denk ik dat het veel logischer is om die uit te breiden, om op die manier de hoeveelheid zwerfvuil en de kosten van het opruimen daarvan te verminderen. Er is dan ook geld beschikbaar -- er moet nog een akkoord komen, want dat ligt er nog niet -- om supermarkten tegemoet te komen in het organiseren van de uitbreiding van de statiegeldinfrastructuur. Dat is de logica waarvan ik zeg: ga daar nou eens mee rekenen. Op dit moment hebben we nog niet alle cijfers, omdat die op het bureau van de staatssecretaris liggen.

Mevrouw Van der Werf (CDA): Ik kom in mijn inbreng terug op wat ik van dit akkoord vind. U kunt zeggen dat u de cijfers niet gelooft, maar als de producenten die dit allemaal moeten gaan opbrengen, hun handtekening eronder zetten, ga ik ervan uit dat er heel goed over nagedacht is. Dit is het moment waarop we over deze materie spreken. Een voorstel voor uitbreiding, waarvan u geen idee hebt wat de kosten ervan zijn en wat dit voor de consument betekent, vind ik te vrijblijvend op dit cruciale moment. Ik hoor graag uw reactie daarop.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik begrijp heel goed dat de producenten hiervoor getekend hebben. Als ik producent was, had ik dat ook gedaan. Maar ik begrijp ook heel goed waarom gemeenten hier niet voor tekenen, juist met het oog op het belang van de burger en de kosten die de burger uiteindelijk op het bordje krijgt, bijvoorbeeld de kosten van het opruimen van zwerfvuil. Het is vandaag niet de eerste keer dat we over statiegeldregelingen spreken. In de vorige periode deden we dat ook. Toen zijn we Kamerbreed tot de conclusie gekomen dat statiegeld geen doel op zich is en vroegen we ons af hoe we het in ons hoofd zouden halen om een geweldig succesvolle regeling af te schaffen nog voordat we er iets goeds en vergelijkbaars voor in de plaats hebben. Mevrouw Van der Werf moet het met mij eens zijn dat dit er nog niet is, ook niet met wat nu als akkoord naar voren wordt gebracht. Die afspraken zijn er niet. Heel simpelweg zou ik dan gewoon zeggen dat we geen oude schoenen moeten weggooien voordat we nieuwe hebben. We moeten aan de statiegeldregeling vasthouden en die pas afschaffen op het moment dat we tot afspraken komen die leiden tot vergelijkbare resultaten, vergelijkbare kosten en een vergelijkbare verdeling van de kosten en de lusten en de lasten.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Zwerfafval is ontzettend irritant. Wanneer ik op zondag een rondje door het bos ren, zie ik van alles liggen en niet alleen blikjes en plastic flesjes. De ChristenUnie wil de kosten van het opruimen verminderen. Mijn zorg is echter dat het hele systeem inefficiënter en duurder wordt omdat je twee systemen naast elkaar hebt. Wat is de reactie van de ChristenUnie daarop? Wil zij bijvoorbeeld ook statiegeld gaan heffen op hamburgerbakjes en wikkels van Marsrepen? Statiegeld is heel effectief, maar je zou het dan bijna voor het hele zwerfafval moeten kunnen implementeren.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Feit is dat een heel groot deel van het zwerfafval bestaat uit blikjes en kleine flesjes. Dat materiaal vergaat heel langzaam, is heel goed herbruikbaar en kan heel simpel mee in het huidige statiegeldsysteem. De oplossing ligt eigenlijk al voor het oprapen om in elk geval die zaken uit het zwerfvuil weg te halen. De infrastructuur om dat te verwerken bestaat al. Met dit heel belangrijke argument zie ik eerder aanleiding om de huidige statiegeldregeling uit te breiden dan om haar compleet te versmallen. Er blijft daarmee minder zwerfvuil over, dat uiteindelijk makkelijker en sneller op te ruimen is met het geld dat beschikbaar is voor het opruimen van zwerfvuil.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Technisch is alles mogelijk, maar de vraag is hoe we het budget voor het opruimen van dat ontzettend irritante zwerfvuil zo effectief mogelijk inzetten, zodat we zo veel mogelijk zwerfvuil uit het milieu halen. Als iemand moet gaan vegen, neemt hij net zo makkelijk de blikjes en het plastic mee als wanneer deze er al uit zijn. Blikjes en plastic kunnen ook op basis van nascheiding uit het afval worden gehaald. Mijn zorg is dat het systeem inefficiënter wordt, waardoor we uiteindelijk minder geld over hebben om mensen werkelijk het bos in te sturen om de rest van het zwerfvuil dat daar nog ligt, op te ruimen. Die zorg heb ik met name omdat er nog geen duidelijkheid is over de kosten ervan.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): U noemt terecht dit probleem, maar mijn zorg is dat de hoeveelheid zwerfvuil alleen maar toeneemt als je het statiegeld voor de grote flessen afschaft. De bijdrage van de producenten in het licht van de producentenverantwoordelijkheid is ver beneden de maat. De hoeveelheid geld voor gemeenten om zwerfvuil op te ruimen is verder onder de maat. Dat is een samenspel van factoren. De vraag die u stelt, toont aan dat het op dit moment niet klopt. Daarom pleit ik ervoor om vast te houden aan de statiegeldregeling voor de grote petflessen. Ik zie eerder mogelijkheden om de statiegeldregeling uit te breiden. Ondertussen binden we ook nog de strijd aan met het zwerfvuil. We hebben dan in ieder geval de kosten en de lusten en de lasten eerlijker verdeeld.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2012 > maart