Bijdrage Esmé Wiegman aan het algemeen overleg Administratieve lasten care

donderdag 29 maart 2012 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een algemeen overleg met staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderwerp:   Administratieve lasten care

Kamerstuk:   31 765

Datum:            29 maart 2012

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Te veel administratieve lasten zijn niet alleen vervelend en tijdrovend, maar kosten ook veel geld. Mijn collega Arie Slob deed een aantal weken geleden in de media een oproep aan de onderhandelaars in het Catshuis. Snijden in de regelgeving is een hervormings- en bezuini-gingsmaatregel die wij met beide handen moeten aanpakken. Zorgaan-bieders hebben bij het ministerie bijna 700 overbodige regels gemeld. Er zijn 28 gelukkige instellingen die mogen meedoen aan een pilot. Er wordt een werkprogramma opgezet en ambtenaren worden aan het werk gezet om tot een reductie van regelgeving te kunnen overgaan. Instellingen zijn enthousiast om mee te werken, maar er is onzekerheid over de follow-up. Hoe worden de positieve resultaten van de pilot straks landelijk van toepassing verklaard? Wie heeft daarbij de regie?

In de gezondheidszorg heerst vaak een cultuur van wantrouwen. Eigenlijk doen wij hier allemaal wel wat aan mee. Incidenten zijn een oorzaak van het stapelen van regels en van een krampachtige manier van werken. Als wij meer vertrouwen in de professional zouden hebben, zou dat een hoop administratieve lasten schelen. De ChristenUnie vertrouwt bijvoorbeeld de specialist ouderengeneeskunde als steunkousen moeten worden aangevraagd. Daarvoor zouden geen twee A4-tjes papier nodig moeten zijn. De plichten waarmee zorgaanbieders worden geconfronteerd, zijn fors. Tegelijkertijd confronteren zorgaanbieders de werknemers met hun eigen regels, die ook veel tijd in beslag nemen. Sinds gisteren hebben wij daarom opnieuw een meldpunt erbij gekregen: het meldpunt minutenre-gistratie. Zorgmedewerkers kunnen hun klachten over de minutenregis-tratie bij het ministerie melden. Van de staatssecretaris hoeft zo’n minutenregistratie niet meer. Maar als zij deze regels niet zelf voorschrijft, hoe kan zij dan wel ingrijpen en ervoor zorgen dat deze registratie niet meer plaatsvindt?

Ik heb verschillende aanvragen bekeken voor het experiment Regelarme Zorginstellingen. Elke melding is voorzien van een beleidsreactie door VWS. Op deze reacties heb ik gelet. Het valt mij op dat die meldingen regelmatig over de schutting worden gegooid onder het motto «geen landelijk beleid, dus wij kunnen er niets aan doen». Regelarm is niet regelloos. Als er goede redenen zijn om deze regel in stand te houden, betekent kritiek op die regel niet dat die regel direct moet worden afgeschaft. Huidige procedures kunnen ook vereenvoudigd of geharmoni-seerd worden. Ik denk bijvoorbeeld aan de indieningstermijnen, aan het gebruik van standaardgegevens of aan het gebruik van definities. Ik stel dan ook voor om met deze bril nog eens even naar de 695 voorstellen te kijken. Bij veel meldingen is de toezegging gedaan om in gesprek te gaan met bijvoorbeeld Zorgverzekeraars Nederland, het CVZ of het CIZ. In hoeverre leiden deze gesprekken ook daadwerkelijk tot een versimpeling? Hoeveel betrokkenheid is er buiten het ministerie voor het landelijk uitrollen van positieve resultaten? Graag krijg ik een reactie van de staatssecretaris.

Als ik vandaag één ding wil benadrukken, is het wel de urgentie van versimpeling. Ik verwacht binnen afzienbare termijn stappen op het gebied van de AWBZ-brede zorgregistratie (AZR). Ik hoor steeds weer van zorgverleners dat iemand met ten minste een hbo-denk- en werkniveau de productieverantwoording moet doen. Zorginstellingen zien geen andere weg dan het inhuren van externen voor de AZR, maar zijn wij dan niet doorgeslagen? De AZR moet vereenvoudigd worden. Op dat punt wil ik echt een toezegging. Een toezegging voor simpelweg een vervolggesprek is mij te mager.

Binnenkort zal de Kamer de Zorgbeginselenwet behandelen. Vandaag moet mij alvast van het hart dat deze nieuwe wet opnieuw bolstaat van nieuwe regels die de zorg verder juridiseren en protocolliseren. Met het nemen van die stap begaan wij opnieuw een fout. Ik doe vandaag ook een oproep. Wat in de care kan, kan ook in de cure. Ook daar wil ik graag actie zien.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2012 > maart